Mogelijkheden deeltijd-WW onderschat
De regeling deeltijd-WW biedt meer mogelijkheden dan ondernemers vaak denken, schrijven G. H. A. van Holst en J. Verloop AA.
Sinds 1 april is de regeling deeltijd-WW in werking getreden als vervanger van de werktijdverkorting (wtv). De regeling is bedoeld als steun in de rug voor ondernemingen die voldoende gezond zijn maar tijdelijk te maken hebben met minder werk, omzetdaling en teruglopende liquiditeit. Deeltijd-WW stelt de ondernemer in staat met relatief lage kosten snel en effectief te besparen op personeelskosten en tegelijkertijd de kennis van vakkrachten te behouden voor de toekomst.We constateren dat er nog een relatief grote mate van onbekendheid en terughoudendheid is ten opzichte van de deeltijd-WW en dat de regeling daarmee regelmatig negatief in de publiciteit staat. Er worden vaak bezwaren naar voren gebracht die ten minste enige nuance behoeven.
Deeltijd-WW wordt nogal eens ten onrechte vergeleken met de ingewikkelde regeling wtv. Voor wat betreft de voorwaarden kan deze vergelijking niet worden gemaakt. Zo zijn de eisen van minimale omzetdaling en het overleggen van een accountantsverklaring niet aan de orde. Vanzelfsprekend zijn aan deeltijd-WW wel voorwaarden verbonden, maar daaraan kan met een juiste aanpak eenvoudiger worden voldaan dan soms wordt gesteld.
De meest kenmerkende voorwaarden zijn: de werkgever spreekt met de werknemer een direct ingaande urenvermindering af (maximaal 50 procent) waarover de werknemer in principe een WW-uitkering ontvangt. Hiervoor is geen toestemming van het UWV WERKbedrijf nodig. De urenvermindering duurt maximaal 13 weken, en kan twee keer worden verlengd met maximaal 26 weken.
Scholing
De werkgever dient om in aanmerking te komen voor verlenging de werknemers wel actief te scholen. Naast de veelal dure externe scholing kan ook worden volstaan met relatief goedkope interne cursussen.
Ook de terugbetalingsverplichting wordt als een bezwaar gezien. Deze verplichting kan ontstaan indien de werknemer (gedeeltelijk) ontslagen wordt binnen een bepaalde periode na de urenvermindering. Het ministerie van Sociale Zaken benadrukt dat deze eis tot terugvordering bewust is ingebouwd om te voorkomen dat zwakke bedrijven hun leven rekken met staatssteun.
Ondernemingen moeten dus een goede afweging maken voor ze een aanvraag indienen. Door maatwerk en het daarbij behorende onderzoek kan het risico op terugvordering beheersbaar worden gemaakt. En reorganiseren in plaats van deeltijd-WW kost op korte termijn in elk geval veel geld.
Ondernemers kunnen hun adviseurs laten berekenen of de besparing van de loonkosten opweegt tegen de kosten verbonden aan de aanvraag en de specialistische advisering daaromtrent. Het is raadzaam het onderzoek zo snel mogelijk uit te voeren. Ondanks dat een aanvraag tot en met 31 december kan worden ingediend zal de regeling eind juni worden geëvalueerd waarbij mogelijk aanvullende voorwaarden kunnen worden gesteld. In geval van misbruik kan de regeling zelfs worden beëindigd. Daarnaast kan de regeling beëindigd worden bij het bereiken van het plafond van 375 miljoen euro.
De auteurs zijn werkzaam bij Visser & Visser Accountants-Belastingadviseurs als respectievelijk loonadviseur en accountant. Zij zijn beiden lid van de Kennisgroep Crisisbeheer.