„Journalistes wellicht naar elitekamp”
APELDOORN – De twee vrouwelijke journalisten die gisteren in Noord-Korea werden veroordeeld tot twaalf jaar heropvoedingskamp zullen in een speciaal elitekamp worden gebracht, waar ze een goede behandeling zullen krijgen. Dat verwachten leden van een Noord-Koreaanse dissidenten-organisatie in Zuid-Korea.
De twee vrouwen, Laura Ling en Euna Lee, werden op 17 maart door Noord-Koreaanse militairen opgepakt langs de Tumen, de rivier die voor een groot deel de grens vormt tussen Noord-Korea en China, en die op sommige plekken niet meer is dan een stroompje. Ze werden gisteren veroordeeld tot twaalf jaar heropvoeding door arbeid vanwege „misdaden tegen de staat” en „illegale grensoverschrijding.”Overigens werden de op 17 maart ook aanwezige cameraman, Mitch Koss, en een Chinees-Koreaanse gids niet gearresteerd. Familie van de twee vrouwen verdenkt de gids ervan de twee in de val te hebben gelokt. Cameraman Koss, die de toedracht heeft gezien, heeft in de VS zwijgplicht gekregen teneinde het lot van de vrouwen niet in gevaar te brengen.
Overigens was de behandeling van de twee vrouwen opvallend open voor Noord-Koreaanse begrippen, stellen waarnemers. Zo is van vele tientallen Japanners die eind jaren 70 en 80 door de Noord-Koreanen werden gekidnapt, nooit meer iets vernomen. Hetzelfde geldt van de honderden Zuid-Koreaanse vissers die werden opgepikt in de Noord-Koreaanse wateren.
Er bestaat grote kans dat de twee vrouwen naar twee speciaal voor de elite ingerichte heropvoedingskampen zijn gebracht, aldus Zuid-Koreaanse waarnemers gisteren. Het gaat om kampen waar leden van de Arbeiderspartij of andere hoge regeringsfunctionarissen worden opgesloten. Ze zijn veel luxer dan de ‘gewone’ kampen en ook de voedselvoorziening is er aanzienlijk beter. Deze speciale kampen bevinden zich in Pyongsung, in het zuiden van de provincie Pyongsan, en in Wonsan, in de provincie Kangwon. De vrouwen zullen er relatief licht werk te doen krijgen. De enkele keren dat internationale mensenrechtenorganisaties een gevangenkamp mochten bezoeken, werden ze steevast naar deze kampen gebracht.
Het kamp in Pyongsun ligt het meest voor de hand, omdat het het dichtst bij de hoofdstad Pyongyang ligt, en dat zorgt ervoor dat de twee niet te veel te zien krijgen van de Noord-Koreaanse samenleving. Het regime in Pyongyang is immers vastbesloten de twee in te zetten in het diplomatieke steekspel met de Verenigde Staten, en daarom moet voorkomen worden dat als de vrouwen worden vrijgelaten, ze niet met veel informatie over de strafkampen naar huis gaan.
Intussen is het niet de eerste keer dat Amerikaanse autoriteiten landgenoten in Noord-Korea te hulp moeten komen. In 1996 vloog de gouverneur van Nieuw Mexico, Bill Richardson, naar Pyongyang om Evan Hunziker vrij te krijgen. Die was de rivier de Tumen zwemmend overgestoken.
unziker kwam na drie maanden vrij. Ook onderhandelde Richardson in 1994, bij de vrijlating van de Amerikaanse luchtmachtpiloot Bobby Hall, die in dat jaar met zijn helikoper op Noord-Koreaans grondgebied strandde. Hall kwam al na twee weken vrij, nadat Richardson zich voor hem had ingezet.