Dat was de boodschap die minister Koenders (Ontwikkelingssamenwerking) gisteren meegaf aan de Zimbabwaanse premier Morgan Tsvangirai, die op bezoek is in Nederland. Zimbabwe krijgt dit jaar wel 14,7 miljoen euro aan hulp die veelal verloopt via hulporganisaties.Koenders en Tsvangirai spraken met elkaar in het Johan de Witthuis in Den Haag. Een ontspannen ogende Tsvangirai zei na afloop dat Zimbabwe in een overgangsfase zit. „We hebben grote problemen maar die zijn niet onoplosbaar.” De voormalige oppositieleider leidt sinds drie maanden de regering in Harare maar moet wel de omstreden president Robert Mugabe boven zich dulden.

Van de huidige Nederlandse steun is 8 miljoen euro voor humanitaire hulp, 4 miljoen voor armoedebestrijding, 1 miljoen voor mensenrechtenorganisaties en de rest voor technische hulp en wederopbouw van de landbouwsector. Koenders is bereid verder te gaan dan noodhulp als Zimbabwe voldoet aan criteria op het gebied van mensenrechten, vrije pers, landverdeling en veiligheid. Daar zit geen tijdslimiet aan vast. Hoog politiek overleg, onder meer met de Europese Unie, moet de resultaten inzichtelijk maken.

Koenders benadrukte dat de voorwaarden in het belang zijn van de Zimbabwaanse bevolking „van wie Nederland een vriend is.” De minister heeft grote zorgen over het Afrikaanse land. Zo is de hyperinflatie ingedamd maar is de positie van de centrale bank nog niet goed. Ook worden nog steeds verdedigers van mensenrechten gearresteerd. Verder hebben veel mensen door de erbarmelijke situatie cholera opgelopen.

Tsvangirai zou vandaag nog een gesprek hebben met premier Balkenende en minister Verhagen (Buitenlandse Zaken). Daarna gaat hij naar de Verenigde Staten om vervolgens terug te keren naar Europa.

De Zimbabwaanse premier zei niet zomaar geld te verwachten van de internationale gemeenschap. „Ik kom niet bedelen; het gaat om de samenwerking. Dat is een proces.”

De Sudanese president Omar al-Bashir is momenteel op bezoek in Zimbabwe. Hij wordt door het Internationaal Strafhof in Den Haag gezocht op verdenking van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid in Darfur, maar werd gewoon ontvangen door president Robert Mugabe.