Churchill nerveus aan vooravond invasie
Premier Churchill was nergens te zien, maar zijn vrouw wist waar hij zou zijn. De laatste tijd was hij steeds in de kaartenkamer te vinden.
Het was de avond van de vijfde juni 1944. Mevrouw Churchill voelde dat haar man de laatste dagen steeds nerveuzer werd. Hij vergde het uiterste van zichzelf. Tegen zijn staf had de Britse premier zelfs gezegd dat het hem soms „te veel” werd, schreef zijn medewerker kapitein Thompson later.Voordat ze naar bed ging, wilde ze hem nog groeten. Na meer dan 35 jaar huwelijk was Clementine eraan gewend dat Sir Winston vrijwel nooit voor 2 uur naar bed ging.
Ze trof hem in de kaartenkamer. Hij keek haar aan en zei: „Realiseer je je dat morgenochtend als je opstaat er misschien 20.000 mannen gesneuveld zullen zijn?”
Churchill wist dat zich eerder die dag aan de Engelse zuidkust 4000 schepen hadden verzameld. De ruige zee had ten minste 150.000 mannen, die als haringen in een tonnetje zaten, urenlang door elkaar geschud. Tegen de morgen zou de zee rustiger worden, hadden de weermannen gezegd. Dan zou de „grootste armada die ooit onze kusten verlaten had”, landen bij de stranden van Normandië, schreef hij later in zijn memoires.
Al een paar dagen had het weer niet meegewerkt. De Amerikaanse opperbevelhebber, generaal Eisenhower, had gisterochtend de zaak afgeblazen. Enkele konvooien die al waren uitgevaren, konden nog ternauwernood worden teruggeroepen.
Al maandenlang was hij bezig met deze operatie Overlord. Churchill herinnerde zich zijn bezoek aan Canada en Amerika in augustus 1943. Kapitein Thompson noemde die conferenties later „moeilijk hanteerbaar.” De Britten hadden nogal eens gebotst met de Amerikanen. Maar nu was hij op zijn dagelijkse inspecties bij legerafdelingen vaak sprakeloos over de goede voorbereidingen.
De dag van de invasie zou hij grotendeels doorbrengen in het hoofdkwartier van generaal Eisenhower. Later zou zijn trein hem terugbrengen naar Londen, waar hij dan het Lagerhuis zou toespreken.
Eigenlijk had hij geregeld dat hij met de vloot zou uitvaren en vanaf een kruiser de eerste bombardementen zou „gadeslaan.” Na een „tochtje langs de stranden” zou een torpedojager hem terugbrengen naar Engeland.
Toen hij dit vorige week aan koning George VI vertelde, had die geantwoord „dat hij gaarne zou meegaan”, aldus Churchills memoires. De leider beloofde dat in het kabinet te bespreken.
Maar hierna kwam de koning toch op andere gedachten. Churchill heeft in zijn boek drie brieven afgedrukt waarin de koning uitlegt wat „topfiguren bij zulke gelegenheden gewoonlijk beschoren is, namelijk thuisblijven en afwachten.”
Na de derde brief bindt Sir Winston in. Niet omdat Zijne Majesteit „enig recht bezit mijn vrijheid van beweging beperkingen op te leggen”, maar alleen omdat de vorst hem „de eer aandeed” zich over zijn „persoonlijke veiligheid bezorgd te tonen.”
Zie ook pag. 9.