De chemicaliëntanker Jo Cedar –175 meter lang, 32 meter breed en met een lading van 37.000 ton– was vanuit de VS op weg naar Zuid-Afrika toen de bemanning onder leiding van kapitein Kruis hoorde over de ramp met het vliegtuig.Daarop heeft Kruis hulp aangeboden. Communicatiesysteem Amver, zegt directeur Arjan Kreuze van rederij Jo Tankers in Rotterdam, is daarvoor een geëigend middel. „Amver is een internationaal systeem –de afkorting staat voor Automated Mutual Assistance Vessel Rescue System– dat door de Amerikaanse kustwacht wordt gebruikt en waarbij schepen elke twee dagen hun positie, koers en vaart opgeven. Via dat systeem geef je ook aan of je aan dit soort zoekoperaties wilt meedoen.” Kreuze noemt het een „ongeschreven wet op zee” dat je hulp aanbiedt.

Vervolgens krijg je van de kustwacht een bepaalde positie op, vanwaaruit je een stuk zee afspeurt”. Kreuze: „Daarbij maak je met je schip cirkel-bewegingen, die steeds groter en groter worden, totdat de kustwacht opdracht geeft om weer ergens anders te gaan zoeken”.

Voor de kosten draaien de reder en de eigenaar van de vracht op. Ook voor kapitein Hans Esmeijer van de UAL Texas was meedoen aan de operatie vanzelfsprekend, zegt woordvoerder Dik de Jong van Flintersun Shipping. Zijn schip was onderweg van West-Afrika naar de Golf van Mexico toen het werd gevraagd om assistentie.

Overigens zou de UAL Texas woensdagmiddag weer verder varen, omdat er anders onvoldoende brandstof aan boord blijft om een volgende haven te halen. De Jo Cedar zou tot woensdagmiddag twaalf uur plaatselijke tijd nog blijven zoeken, aldus Kreuze.