Compromis Onderwijsinspectie
De christelijke fracties zijn tegen het plan van minister Hermans van Onderwijs om de inspectie de bevoegdheid te geven scholen te toetsen op zaken zoals pedagogisch klimaat en didactisch handelen van leerkrachten. Ze vinden dat strijdig met de vrijheid van onderwijs. Er is een compromis in de maak.
De Tweede Kamer debatteert donderdagavond over de Wet op het onderwijstoezicht. Op dit moment mag de inspectie formeel alleen de deugdelijkheid van het onderwijs toetsen. Dat betekent controle op de hoeveelheid lesuren, de aanwezigheid van allerlei voorgeschreven documenten, de bevoegdheid van leerkrachten en dergelijke.
De overheid acht deze controle niet langer toereikend. De scholen hebben meer vrijheden gekregen en moeten dus meer verantwoording afleggen. Ook ouders willen graag meer objectieve informatie over de kwaliteit van een school. In de nieuwe Wet op het onderwijstoezicht stellen minister Hermans en staatssecretaris Adelmund voor om naast deugdelijkheidseisen ook kwaliteitseisen aan scholen te stellen. Daarbij valt, behalve aan het pedagogisch klimaat en het didactisch handelen van leerkrachten, te denken aan de kwaliteit van lesmethoden, de onderwijsresultaten, de aanpak van voortijdig schoolverlaten, het pestbeleid en seksuele intimidatie.
Er blijft verschil bestaan tussen deugdelijkheidseisen en kwaliteitseisen. Scholen die niet voldoen aan de deugdelijkheidseisen, krijgen geen of minder subsidie. Niet voldoen aan kwaliteitseisen levert ’alleen’ een negatief rapport op dat via internet voor iedereen is te raadplegen. Het oordeel van de inspectie over het pedagogisch en didactisch klimaat van de school is een advies waarmee directie en leerkrachten hun voordeel kunnen doen, zo benadrukt minister Hermans geregeld.
Grote moeite
De christelijke partijen in de Tweede Kamer hebben grote moeite met de introductie van de kwaliteitseisen. Ze vinden dat de overheid zich dan te intensief met de inhoud van het onderwijs gaat bemoeien en dat is in strijd met artikel 23 van de Grondwet, waarin de vrijheid van inrichting van het bijzonder onderwijs is gegarandeerd.
De christelijke fracties willen de kwaliteitscontrole helemaal weghalen bij de inspectie en die overlaten aan commissies die scholen met elkaar instellen. Het hoger onderwijs werkt ook met dit systeem. De inspectie hoeft dan alleen te controleren of de toetsing heeft plaatsgehad en of deze van voldoende niveau is. Minister Hermans staat niet helemaal afwijzend tegenover dit voorstel, maar vindt wel dat de inspectie verantwoordelijk blijft voor de kwaliteitseisen. Daarom wil hij het wijzigingsvoorstel van de christelijke fracties niet overnemen.
Het is vooral het VVD-kamerlid Cornielje dat graag een breed draagvlak wil voor de nieuwe Wet op het onderwijstoezicht. Hij heeft in een amendement daarom voorgesteld de kwaliteitseisen specifiek in de wet vast te leggen, zodat voor iedereen duidelijk is waarop de Onderwijsinspectie toetst. Afwijkingen kunnen dan direct aan de kaak worden gesteld. Hermans en Adelmund willen de kwaliteitseisen zelf –in overleg met de inspectie– vaststellen.
Overleg
In de afgelopen weken is er intensief contact geweest tussen Cornielje enerzijds en vertegenwoordigers van de christelijke fracties anderzijds. Donderdagmorgen om halfelf voerden ze hun laatste overleg. Woensdag spraken ze de verwachting uit dat ze een compromis zouden kunnen bereiken.
De precieze formulering is nog niet bekend, maar de intentie is dat de scholen verantwoordelijk zijn voor de kwaliteitstoetsing door middel van onderlinge visitaties. Dat punt past bij de VVD-filosofie dat de overheid op afstand behoort te staan en bij het standpunt van de christelijke fracties dat de overheid zich niet met de kwaliteitstoetsing mag bemoeien.
In de wet zal echter wel worden vastgelegd op welke onderdelen de kwaliteitscontrole moet plaatshebben. Ook blijft de inspectie op de achtergrond een rol spelen.
Minister Hermans zou niet afwijzend tegenover het compromis staan. Hij zou het oordeel van het gezamenlijke amendement van de VVD en de christelijke partijen willen overlaten aan de Kamer. Daarmee is er echter nog geen meerderheid voor het plan. VVD, CDA, ChristenUnie en SGP bezetten samen precies 75 van de 150 zetels. Bij het staken van stemmen wordt een voorstel geacht verworpen te zijn. De fracties hebben echter goede hoop dat de SP, die ook kritisch staat tegenover de uitbreiding van de inspectiebevoegdheden, het amendement zal steunen.