De 22-jarige militair wordt verdacht van poging tot moord op een man die hem op 1 februari in Maastricht met een glas sloeg tijdens een ruzie na een avondje stappen.Zijn ouders en de advocaat van P., Michael Ruperti, zien een duidelijk verband tussen het steekincident waarvan de marinier wordt verdacht en de ingrijpende gebeurtenissen tijdens zijn uitzendingen in Afghanistan en met name in Tsjaad. „Als hij gedaan heeft waarvan hij wordt verdacht, dan is dat niet goed”, benadrukt de moeder van P.

„Maar na zijn uitzending in Tsjaad is hij anders teruggekomen. Hij heeft schokkende gebeurtenissen meegemaakt. Maar Bryan heeft na de uitzending geen enkele noemenswaardige begeleiding en nazorg gehad. We merkten thuis aan hem dat hij was veranderd.”

In de huiselijke omgeving werd snel duidelijk dat hij niet meer dezelfde was. In sommige situaties reageerde hij agressiever dan normaal, al kwam daar geen geweld bij kijken. „Hij was rusteloos, kon niet meer stilzitten en kon niet praten over wat hij had meegemaakt”, legt ze uit. „Als we te dichtbij kwamen in een gesprek, kapte hij het af.”

Maandag was de eerste, niet- inhoudelijke zitting in deze zaak bij de militaire kamer van de rechtbank in Arnhem. Uit de psychische rapportages blijkt dat P. niet aan een psychische stoornis lijdt. Wel komt naar voren dat zijn functioneren is veranderd. Hij is onrustiger, gejaagder en prikkelbaarder.

Volgens Ruperti blijkt uit een van de rapportages dat het in het geval van zijn cliënt gaat om een „voorstelbare en in principe tijdelijke aanpassingsreactie na een missie waar hij als militair indrukwekkende ervaringen opdeed.” Volgens het onderzoek zou wel vaker blijken dat militairen na terugkeer nog enige tijd in een toestand van verhoogde spanning, paraatheid, waakzaamheid zijn of in de ‘gevechtsmodus’ blijven staan.

Het verzoek van Ruperti om P. door een deskundige te laten onderzoeken, wees de rechtbank af. De advocaat laat nu zelf een onderzoek uitvoeren en hoopt daarbij op hulp van Defensie.

Volgens een zegsman van Defensie wordt een marinier niet ontslagen voordat de strafrechter een definitief oordeel heeft geveld.