Abu Garda is de eerste verdachte die zich vrijwillig overgeeft aan het ICC. Hij riep zijn politieke vijand, president Omar al–Bashir van Sudan, op hetzelfde te doen. Het staatshoofd erkent het hof niet en drijft de spot met het arrestatiebevel dat het Strafhof in maart tegen hem uitvaardigde.ICC–hoofdaanklager Luis Moreno Ocampo verdenkt Abu Garda van de moord op twaalf vredessoldaten van de Afrikaanse Unie in 2007, van plundering en het aanvallen van een vredesmissie.

In de West–Sudanese regio Darfur woedt al jaren een bloedig conflict dat volgens de Verenigde Naties al aan ongeveer 300.000 mensen het leven heeft gekost. Arabische milities, die volgens Moreno door de regering in Khartoum worden gesteund, vechten er tegen zwarte rebellen en houden huis onder de zwarte burgerbevolking. Abu Garda is de leider van het Verenigd Verzetsfront (URF), een afsplisting van de JEM, een van de belangrijkste rebellenbewegingen. Abu Garda zelf omschreef zijn beroep maandag desgevraagd als „politiek commandant".

Voorzittend rechter Cuno Tarfusser (Italië) sprak tijdens de eerste voorgeleiding zijn waardering uit voor het „zeer goede" signaal dat Abu Garda heeft gegeven door vrijwillig naar Den Haag te komen. De vier eerdere verdachten die in handen van het Strafhof kwamen, allemaal afkomstig uit de Democratische Republiek Congo, zijn gearresteerd voordat zij naar Den Haag werden overgebracht.

Het ICC begint op 12 oktober met de zogeheten bevestigingszitting. Dan zal Moreno een deel van zijn bewijs tegen Abu Garda presenteren. De rechters beslissen vervolgens of dat voldoende is voor een proces. Abu Garda mag Nederland voorlopig weer verlaten.

Tijdens zijn persconferentie zei Abu Garda dat hij als „eerbare leider" wel naar Den Haag moest komen, want „niemand staat boven de wet". „Ik verheug me erop mijn naam te zuiveren", verklaarde de politicus. „Wij vechten in Darfur omdat er in Sudan geen gerechtigheid is".

Nadat het ICC in maart zijn arrestatiebevel tegen Bashir had uitgevaardigd, begon de president het werk van internationale hulporganisaties in Darfur te dwarsbomen. Volgens Abu Garda wordt de humanitaire situatie in de regio daardoor met de dag erger.

Het ICC onderzoekt de situatie in Darfur op verzoek van de VN–Veiligheidsraad. Naast Bashir en Abu Garda worden twee andere Sudanezen verdacht van oorlogsmisdaden: een hoge regeringsfunctionaris en een leider van de Janjaweed, een Arabische militie die huishoudt onder zwarte Darfurezen.