Buitenland

De Hoop Scheffer: Geduld met Afghanistan

Jaap de Hoop Scheffer investeerde als NAVO-topman veel in persoonlijke contacten met wereldleiders. Zijn vrouw Jeannine wisselde Nederlandse literatuur uit met de Amerikaanse First Lady Laura Bush. De secretaris-generaal maakt momenteel een afscheidstournee langs meer dan vijftig hoofdsteden. „Rond Afghanistan schrijf ik ”geduld” met een grote G.”

15 May 2009 17:14Gewijzigd op 14 November 2020 07:56
Eind juli stopt De Hoop Scheffer als secretaris-generaal van de NAVO. Foto's EPA
Eind juli stopt De Hoop Scheffer als secretaris-generaal van de NAVO. Foto's EPA

Toen De Hoop Scheffer in januari 2004 het hoofdkwartier binnenwandelde, trilde de NAVO nog na van de Irak-crisis. Het conflict over een invasie had nog geen jaar eerder het voortbestaan van het bondgenootschap in gevaar gebracht.Ruim vijf jaar later constateert De Hoop Scheffer dat deze wond is genezen. „Irak is geen omstreden onderwerp meer. Al vrij snel na 2004 is de NAVO daar begonnen met een trainingsmissie voor het nieuwe Iraakse leger. Het conflict hierover is dus weg.”

Heeft dat veel moeite gekost?

„Minder dan ik had gedacht. We hadden hier ook andere prioriteiten. Afghanistan eiste alle aandacht op.”

Eredivisie

In uw eerste toespraak begin januari 2004 zei u al dat Afghanistan de hoogste prioriteit zou krijgen. Houdt de NAVO het op den duur vol dat land van de taliban te bevrijden?

„Ja, maar niet als u bedoelt dat het gaat om een militaire overwinning. De NAVO probeert vanuit een mandaat van de Verenigde Naties stabiliteit te brengen. De Nederlandse benadering –die zich zowel richt op defensie als op diplomatie en ontwikkeling– illustreert dat bijzonder goed.

Het gaat vooral om het creëren van een omgeving waarbinnen ontwikkeling kan plaatsvinden. Ook de Amerikaanse regering erkent dat steeds meer. Ik ken uit mijn tijd geen conflict dat niet uiteindelijk via een –in eerste instantie– politieke oplossing tot een einde is gekomen.

Op sommige punten zijn we in Afghanistan redelijk succesvol geweest. Het Afghaanse leger –dat in gevechten nu al vaak de leiding neemt– telt nu 85.000 getrainde militairen. Toch blijft Afghanistan een verplichting voor de lange termijn. Rond Afghanistan schrijf ik het woord ”geduld” altijd met een grote G.”

Nederland draagt volgend jaar de leiding in Uruzgan over. Verwacht u daarna toch nog een bijdrage uit Nederland?

„Ik hoop daar wel op. Maar ik meng me niet in dat debat. Rond de discussie over de verlenging heb ik dat wel gedaan. De afspraak in de Tweede Kamer dat Nederland in 2010 vertrekt, is bij de NAVO welbekend.

Ik kan me goed voorstellen dat Nederland gaat bijdragen aan de training en opleiding van militairen. Het is duidelijk: de laatste jaren heeft Nederland bovenaan in de eredivisie gespeeld.”

Telefoon

Wat houdt uw taak als secretaris-generaal in?

Lachend: „De boel bij elkaar houden. Formeel heb je niet zo vreselijk veel macht. Het belangrijkste is toch wel dat je onderwerpen kunt agenderen.

De NAVO neemt alleen besluiten als de lidstaten het samen eens zijn. Dat is het consensusprincipe. Het kost soms moeite die overeenstemming te bereiken. In dat proces is de secretaris-generaal de spil.

Ik praat in de eerste plaats met de ambassadeurs uit de lidstaten die hier in het hoofdkwartier zitten. Verder zit ik veel aan de telefoon met ministers van Buitenlandse Zaken, Defensie en ook met regeringsleiders.

Denk eens aan een heel nieuwe ontwikkeling als piraterij. Daarbij spelen complexe juridische en politieke vraagstukken. Welke taken krijgt een gewapende escorte? Hoe berechten we verdachten? Bij die vraagstukken spelen tussen lidstaten soms conflicterende belangen. Als secretaris-generaal heb je de taak die te verzoenen en het onderling eens te worden. Het principe van de consensus vind ik essentieel voor de NAVO.”

Zou u niet meer zelfstandige bevoegdheden wensen?

„Nee. In internationaal verband bereik je niets door de zweep erover te leggen. Landen laten zich gewoon niet dwingen. Wel heb ik gestreefd naar meer bevoegdheden, bijvoorbeeld om binnen het hoofdkwartier mensen makkelijker te verplaatsen. Maar bij de bondgenoten bestaat daarover grote terughoudendheid, daar ben ik niet geheel tevreden over.”

In zestig jaar NAVO-geschiedenis maakte geen enkele secretaris-generaal zo’n grote uitbreiding mee (van 19 naar 28 lidstaten). Is de organisatie behalve groter nu ook sterker geworden?

„Jazeker. Er treden alleen democratische landen toe tot de NAVO, die respect hebben voor mensenrechten en zich kenmerken door goed bestuur. We zijn in de eerste plaats een waardengemeenschap. Het lijkt me alleen maar positief als de familie waarin die waarden leven, zich uitbreidt.

Dat is ook mijn boodschap aan de Russen. Momenteel is het contact met Moskou moeizaam, onder meer omdat het een bedreiging ziet in onze uitbreiding. Maar ik zeg dan: Uitbreiding van een waardengemeenschap is geen bedreiging.

Ik erken wel dat de toekomstige toetreding van Oekraïne en Georgië nog een moeilijk verhaal kan worden. Die landen hebben de belofte gekregen dat ze „uiteindelijk” lid zullen worden van de NAVO. Maar beide landen hebben momenteel hun eigen problemen. Hoe dat afloopt, weet ik ook niet.”

Momenteel trekt Georgië de meeste aandacht, met zijn heftige conflict tussen regering en oppositie. Kan dat leiden tot uitstel van de toetreding?

„Het makkelijke antwoord is nee, want er is nooit een datum gesteld. Maar als de politie inhakt op demonstranten, staat dat natuurlijk haaks op onze waarden. Het lidmaatschap van de NAVO is gebaseerd op bewezen prestaties. Georgië weet dat het op veel punten nog verbetering moet laten zien.”

Daags na de NAVO-top in Straatsburg pleitte president Obama voor een wereld zonder kernwapens. Acht u dat haalbaar?

„Als je tot een aanzienlijke vermindering van het aantal kernwapens wilt komen, vind ik het niet slecht de nul als ambitie te stellen. Maar het lijkt mij buitengewoon moeilijk.”

Heeft dat streven gevolgen voor het nucleaire beleid van de NAVO, dat stelt dat kernwapens „bijdragen” aan de vrede in de wereld?

„Voorlopig niet. Eerst moeten de Amerikanen en Russen samen overeenstemming bereiken over vermindering. Voor de korte termijn is het natuurlijk vooral een wens, maar wel een zinvolle.”

Tolk

Als secretaris-generaal spreekt u met mensen op het hoogste politieke niveau. Hoe ervaart u dat?

„Dat blijft altijd bijzonder. Het is heel speciaal om als een van de eersten president Obama in het Witte Huis te bezoeken. Of om gezeten tussen de Duitse bondskanselier Merkel en de Franse president Sarkozy de top in Straatsburg te leiden. Dat wordt nooit normaal.”

Talenkennis is daarin natuurlijk essentieel. Welke doet u zonder tolk?

„Frans, Duits en Engels. Engels en Frans zijn de voertalen binnen de NAVO. En de Fransen zien je echt niet staan als je hun taal niet spreekt. Gelukkig heb ik in mijn vrouw (die docent Frans is, EvV) een goede stimulatrice en correctrice. Duits spreek ik ook op een redelijk niveau en in de contacten met Berlijn maakt dat zeker wel wat uit. Verder doe ik alles met een tolk.

In deze baan gaat alles over persoonlijk contact en communicatie. Als kanselier Merkel hoort dat de ”SG-NAVO” verzoekt om een telefoongesprek, moet ze weten wie ik ben, en dat ik niet voor een wissewasje bel. Er heeft nog nooit iemand geweigerd. Maar zo’n relatie heb je niet in een paar maanden.

En”, vervolgt De Hoop Scheffer met een glimlachje, „als het mij niet lukt, dan misschien mijn echtgenote. Tijdens het diner op de top in Boekarest sprak zij anderhalf uur lang met president Poetin. Dat soort ontmoetingen doet er natuurlijk wel toe.

Mijn vrouw en ik hadden ook goed contact met het echtpaar Bush. Zij gaf ons suggesties voor Amerikaanse literatuur en wij hebben in diverse boekwinkels gezocht naar vertalingen van Nederlandse boeken. Denk eens aan ”De aanslag” van Mulisch en ”De tweeling” van Tessa de Loo. Zo bouw je aan een persoonlijke relatie.”

U hebt diverse functies in de politiek en de diplomatie bekleed. Op welke stoel voelde u zich het best thuis?

„Ik moet zeggen dat mijn huidige functie van secretaris-generaal mij past als een goede jas.”

Terwijl u daar niet eens zin in had?

„Moet u eens luisteren: Ik was net twee jaar minister en daar had ik veel plezier in. Ik vond niet dat ik zomaar tegen de premier kon zeggen: Tabee, ik ga naar de NAVO. Als Balkenende had gevraagd te blijven, had ik dat gedaan. We hadden immers problemen genoeg. Maar toen ik mijn eigen aarzelingen had overwonnen, liet mijn vriend Jan Peter mij ook gaan.”

Iemand zei eens: Een verzoek voor een hoge internationale functie is zo’n grote eer, die kun je niet weigeren.

„Dat is inderdaad moeilijk. Negentien bondgenoten zeiden: „Dit moet De Hoop Scheffer doen.” Ik realiseerde me dat het ging om een unieke functie. Achteraf heb ik me altijd op mijn plaats gevoeld. Nooit een minuut spijt gehad.

Ik vond trouwens ook mijn zestien jaar in de Tweede Kamer erg mooi, ondanks de dieptepunten. Als CDA gingen we door een uitzonderlijk moeilijke periode, wat pas na het vertrek van Brinkman, Heerma en mijzelf anders werd. Dat was heel lastig, maar achteraf doe ik er niet moeilijk over.”

Het lijkt een standaardvraag, maar wat nu?

„Het zal u misschien verbazen, maar dat weet ik nog niet. Ik zoek in elk geval iets op het internationale vlak. Hopelijk kan ik iets betekenen in de universitaire wereld. Een terugkeer in de politiek zit er niet in, zowel in Nederland als in Europa.”


Levensloop

Als jong medewerker bij de Nederlandse vertegenwoordiging bij de NAVO liep Jakob Gijsbert de Hoop Scheffer (Amsterdam 1948) eind jaren zeventig wel eens langs de kantoren van de secretaris-generaal en gluurde hij stiekem naar binnen. Verder kwam hij toen nog niet.

Begin jaren tachtig was hij persoonlijk secretaris van vier ministers van Buitenlandse Zaken. Aanvankelijk was hij lid van D66, maar stapte over naar het CDA. Voor die partij kwam hij in 1986 in de Tweede Kamer.

De Hoop Scheffer bleef Kamerlid tot 2002. In zijn periode als fractievoorzitter van 1997 tot 2001 slaagde hij er niet in de neergang van het CDA te stoppen. Najaar 2001 kwam daarom een einde aan zijn omstreden partijleiderschap.

Na de verkiezingsoverwinningen van Balkenende in 2002 en 2003 ontpopte De Hoop Scheffer zich als gezaghebbend minister van Buitenlandse Zaken. In juni 2003 werd hij voor het eerst gepolst om secretaris-generaal van de NAVO te worden.

Het rooms-katholieke echtpaar Jaap en Jeannine de Hoop Scheffer heeft twee dochters.

Eind juli draagt de Nederlandse topdiplomaat het stokje bij de NAVO over aan de Deense premier Anders Fogh Rasmussen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer