Israëlische raketten raken twee jongens
Drie raketten die zondag door een Israëlische gevechtshelikopter boven de Gazastrook zijn afgevuurd hebben hun vermoedelijke doelwit -twee militante Palestijnen in een auto- gemist en in plaats daarvan twee vijftienjarige Palestijnse jongens gedood en een jongen van veertien ernstig verwond. Dit hebben Palestijnse ooggetuigen en veiligheidsfunctionarissen bekendgemaakt. Het Israëlische leger wilde nog geen commentaar geven.
Israël heeft al vaak Palestijnen die het verdenkt, gedood door raketten op hun auto af te vuren. Na de nieuwe zelfmoordaanslag van afgelopen week in Tel Aviv, waarbij 22 Israëliërs om het leven kwamen, heeft het Israëlische kabinet besloten de militaire campagne tegen verdachte Palestijnen op te voeren. Een televisiestation in Libanon zei dat de twee mensen in de auto waarop de aanval gericht was, leden waren van Hamas.
Zondag eerder op de dag waren Israëlische troepen met tanks en pantserwagens de stad Beit Hanoun en het vluchtelingenkamp Khan Younis in de Gazastrook binnengevallen. Daarbij kwamen twee Palestijnen om het leven.
In Beit Hanoun verwoestte het leger het huis van een in november bij een aanval op een Israëlisch schip omgekomen lid van de Islamitische Jihad. Bij de actie kwam een Palestijn om, die naar buiten was gekomen om de afloop van de strijd in ogenschouw te nemen. Hij werd getroffen door een kogel die de Israëlische militairen bij hun aftocht afvuurden.
In Khan Younis braken vuurgevechten uit tussen de Israëlische soldaten en Palestijnse activisten. Daarbij vond zeker één Palestijn de dood en raakten er veertien gewond. In het kamp werden zes metaalwerkplaatsen verwoest, waar volgens het leger wapens werden gemaakt.
Palestijnen ontkenden dat de werkplaatsen werden gebruikt voor wapenproductie. Volgens hen had het leger zeker twaalf werkplaatsen en een garage verwoest en daarbij enkele nabijgelegen huizen dusdanig beschadigd dat 45 mensen dakloos waren geworden.
Ibrahim Zakzuk (55), eigenaar van een van de verwoeste werkplaatsen, zei dat hij voor 50.000 euro aan gereedschap en apparatuur kwijt was en vijf werknemers naar huis zou moeten sturen. „Het is een oorlog tegen onze economie en tegen onze kleine bedrijven en winkels”, zei hij.
De Palestijnse minister Saeb Erekat beschuldigde de Israëlische premier Ariel Sharon ervan harder op te treden in de Palestijnse gebieden om de aandacht af te leiden van een politieonderzoek naar mogelijke illegale fondsenwerving voor zijn Likudpartij.
In Hebron, op de Westoever, openden Palestijnen het vuur op een Israëlische tankwagen. Civiele bewakers van de vrachtwagen beantwoordden het vuur en schoten een van de Palestijnen, een lid van Hamas, dood, zei het leger.
De schietpartij volgde een dag nadat de Palestijnse leider Yasser Arafat de militante groepen had gevraagd hun aanvallen op Israëlische burgers te staken in de aanloop tot de Israëlische verkiezingen van 28 januari.
Sharon beschuldigde Arafat zondag van pogingen de verkiezingen te beïnvloeden. Sharons rivaal van de Arbeidspartij, Amram Mitzna, heeft een hervatting van het vredesoverleg en terugtrekking uit de Gazastrook in het vooruitzicht gesteld. Sharon zei dat „het vermoorden van Israëliërs” voor Arafat niet alleen diens „voortdurende doel” was, maar kennelijk ook een zaak van „politieke overweging.”
Zondag later op de dag sloegen in de Israëlische plaats Sderot in de Negevwoestijn drie raketten in, die waren afgeschoten door Palestijnse activisten vanuit de Gazastrook.