Oorlogsdreiging of niet, in Irak is alles normaal
Terwijl de VS het bevel gaven de Amerikaanse troepenmacht in en om de Perzische Golf te verdubbelen, vergaderde het Iraakse kabinet afgelopen weekeinde over problemen zoals het groeiende aantal straatverkopers en huisvesting voor buitenlandse studenten in Irak.
Door de „moeilijke situatie van het land” verschijnen er steeds meer venters op de straten van Bagdad. Voorlopig toont de regering begrip en hoeven zij niet weg, meldde de Iraakse staatspers.
De kranten stonden verder vol met de gebruikelijke artikelen en commentaren over de omvang van de nederlaag die Saddam Hussein de VS zal toebrengen als het tot een aanval op Irak komt. Op de markt is het zoals altijd druk, scholieren en studenten zitten midden in hun examens en het verkeer in Bagdad zit nog steeds twee keer per dag muurvast.
Er is zelfs geen kind te vinden dat angstig wordt van de Amerikaanse troepenopbouw in de regio, zegt Thaer al-Shamari, voorganger in de moskee van de Moeder Aller Oorlogen, die Saddam na afloop van de Golfoorlog van 1991 heeft laten bouwen. „De Irakezen hebben zich aangepast aan dit soort dreigementen. Hun oren zijn gewend aan het geluid van geweren.”
De kans op een spoedige oorlog in Irak lijkt kleiner geworden sinds de chefs van de wapeninspecteurs in Irak donderdag aan de Veiligheidsraad meldden tot nu toe geen ”smoking gun” te hebben aangetroffen. Woordvoerder Mark Gwozdecky van het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie (IAEA), dat onderzoekt of Irak pogingen doet atoombommen te ontwikkelen, zei zondag tegen de BBC dat zijn organisatie ongeveer een jaar nodig heeft. „Het is een heel groot land. Er is veel oppervlakte om te bekijken en er zijn veel plaatsen die geïnspecteerd moeten worden, en dat doe je niet door er maar één keer langs te gaan.”
De VS staan onder groeiende druk van hun bondgenoten geduld te oefenen. Een minister uit de regering van de Britse premier Tony Blair, zelf tot nu toe een trouw volgeling van Bush maar leider van een partij die weinig van een oorlog moet hebben, zei afgelopen weekeinde dat Groot-Brittannië niet mee moet doen aan een aanval die niet door de Veiligheidsraad is gesanctioneerd. Groot-Brittannië moet het op zich nemen „de wereld bijeen te houden door vast te houden aan de VN-route”, zei minister van Ontwikkelingssamenwerking, Clare Short.
De Turkse premier, Abdullah Gül, zei zondag te geloven dat oorlog nog te voorkomen is. „Zelfs de Amerikaanse president staat er niet op oorlog te voeren”, aldus Gül. Turkije is bovendien niet van plan beslag te leggen op het olierijke noorden van Irak, zei Gül, die op bezoek was in Iran om de crisis rond Irak te bespreken met onder anderen de de president van Iran, Mohammad Khatami. Vorige week bezocht Gül -voor wie de VS een belangrijke bondgenoot zijn, maar die ook premier is van een land dat in grote meerderheid tegen een aanval op Irak is- Syrië, Jordanië, Egypte en Saudi-Arabië om te praten over manieren om een oorlog te voorkomen.
Een Amerikaanse aanval op Irak leidt tot „grote verliezen” voor het gehele Midden-Oosten, zei Gül. Koning Abdullah II van Jordanië en de Egyptische president, Hosni Mubarak, spraken afgelopen weekeinde woorden van gelijke strekking. „Als er een oorlog uitbreekt, wat Allah verhoede, kan niemand de omvang van de tragedie inschatten”, zei koning Abdullah, die onder meer verwees naar de mogelijkheid dat het conflict tussen Israël en de Palestijnen verder oplaait. Mubarak sprak van „afschuwelijke gevolgen.” De kans op oorlog schat Mubarak op 50 procent.