Na tientallen jaren van glasharde ontkenning heeft Noord-Korea onlangs toegegeven dertien Japanners te hebben ontvoerd ten behoeve van zijn inlichtingenwerk. De vijf die volgens Pyongyang als enigen nog in leven zijn mochten voor een familiebezoek terugkeren naar Japan, dat hen nu niet meer wil laten gaan.

De onlangs opgerichte Studiegroep voor Personen die als Vermist zijn Aangemerkt zei vrijdag op een persconferentie dat zij de lijst van 150 heeft opgesteld na onderzoek van berichten over vermiste personen. „Wij denken dat er naar de gevallen moet worden gekeken waar de mogelijkheid van ontvoering niet kan worden uitgesloten”, zei oprichter Kazuhiro Araki. Leden van de groep toonden op de persconferentie foto’s van sommige van de vermisten en vroegen het publiek om informatie.

Veel van de personen die op de lijst van Araki voorkomen zijn verdwenen uit plaatsen langs de Japanse westkust, die uitkijkt op Noord-Korea. Sommige gevallen gaan vijftig jaar terug. De lijst omvat onder anderen Tomiko Kunihiro, een verpleegster die verdween toen zij in 1976 een pakje sigaretten ging kopen voor haar moeder; de 19-jarige Masateru Maegami, die in 1977 verdween uit een treinstation waar hij net zijn bagage had afgegeven; en Yoichi Tsuji, een leraar die in 1978 verdween toen hij zijn was aan het doen was.

Japan heeft eerder deze week een arrestatiebevel uitgevaardigd tegen een Noord-Koreaanse spion die wordt verdacht van de ontvoering, meer dan 25 jaar geleden, van Yutaka Kume, een van de vijftien ontvoerden op de lijst van de regering.