Buitenland

Rozijnenindustrie biedt Afghaanse vrouwen werk

In een door bommen beschadigde fabriek in het voormalige Taliban-bolwerk Kandahar in het zuiden van Afghanistan zijn vrouwen bezig rozijnen te wassen, sorteren en in te pakken. De meesten van hen hebben nooit eerder een baan gehad.

Eugène Hoshiko (AP)
10 January 2003 22:31Gewijzigd op 14 November 2020 00:03

Afghanistan exporteert van oudsher rozijnen. In de jaren ’70 exporteerde het land jaarlijks rond de 70.000 ton rozijnen, maar door de oorlog en toenemende concurrentie van landen als Turkije en Iran daalde de export in de daaropvolgende decennia drastisch. Op initiatief van de Ontwikkelingsgroep Centraal-Azië, een Amerikaans-Afghaanse landbouwhulporganisatie, en met geld van de Britse regering ging rozijnenfabriek Haji Sher Mohamad in Kandahar in juli weer open. Plaatselijke boeren en de 65 vrouwen die er werken zijn hierdoor in staat hun gezinnen te onderhouden.

„Vijf maanden geleden waren al deze vrouwen gewoon huisvrouw”, zegt Shaima, die als bedrijfsleidster van de fabriek in dienst is van de Ontwikkelingsgroep. „Nu zijn de gezinnen van de meesten van hen afhankelijk van hun salaris.” Alle werkneemsters zijn geworven door Shaima, die de vrouwen, onder wie veel oorlogsweduwen, thuis bezocht en overhaalde een baan te accepteren. Aangezien de vrouwen er onder het Taliban-regime aan gewend waren geraakt niet te mogen werken, niet naar school te mogen en alleen in burka en onder begeleiding van een mannelijk familielid de straat op te mogen, kostte dat vaak de nodige moeite. Bij de fabriek verdienen de vrouwen omgerekend 1,65 euro per dag.

„Deze vrouwen kunnen zó veel”, zegt Shaima. „In het begin was het allemaal erg verwarrend. Ze wisten niet hoe ze moesten werken. Nu gaat het heel goed.”

De fabriek heeft al een bestelling van ruim honderd ton rozijnen afgewerkt van Tsjechië en is nu bezig met een bestelling van enkele tientallen tonnen van Groot-Brittannië.

De Britse regering heeft voldoende geld gegeven om de fabriek een jaar draaiende te houden, maar de Ontwikkelingsgroep is hard op zoek naar nieuwe geldschieters, om te voorkomen dat vrouwen als Shah Jahan weer op straat komen te staan.

Shah Jahan, die sinds de opening in de fabriek werkt, is dankbaar dat ze nu een inkomen heeft, maar toereikend is dat niet.

„Ik heb tien kinderen. Mijn man is werkloos”, zegt ze. „Mijn gezin is afhankelijk van mijn salaris en ik verdien niet genoeg om het hele gezin te voeden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer