Virologen twijfelen: wel of geen vaccin?
Het aantal slachtoffers van de Mexicaanse griep blijft explosief stijgen. Wereldwijd bereiden regeringen en gezondheidsinstanties zich voor op een pandemie. Het beste middel in de strijd tegen de ziekte is een vaccin. De vraag of farmaceuten de productie zo snel mogelijk moeten starten, is echter niet eenvoudig te beantwoorden.
De wintergriep heeft iedereen wel eens gehad. Het lichaam heeft daar toen afweer tegen opgebouwd, zodat niet elke volgende besmetting opnieuw ziekte veroorzaakt.Een pandemisch virus, afkomstig uit vogels of varkens, is echter voor iedereen nieuw. Doordat het lichaam er geen beschermende afweer tegen heeft, kan de hele bevolking ziek worden. Wanneer het een agressief griepvirus is, zal het veel slachtoffers maken.
Vaccinatie tegen de Mexicaanse griep moet ervoor zorgen dat het lichaam antistoffen aanmaakt, voor het in contact komt met het echte, levende virus. De opgebouwde afweer moet de aanval in de kiem smoren, zodat iemand niet of minder ernstig ziek wordt dan zonder deze maatregel.
Stop
Op advies van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) bereiden de diverse vaccinfabrikanten zich inmiddels voor op de grootschalige productie van entstof tegen het Mexicaanse griepvirus (influenza A, type H1N1). Het definitieve besluit daarover laat echter nog op zich wachten. In ieder geval tot donderdag, wanneer de WHO de internationale influenza-experts op het hoofdkantoor in Genève bijeenroept om over deze kwestie te spreken en zich te laten adviseren.
Zo houdt het starten de productie van pandemisch vaccin voor het merendeel van de fabrikanten in dat ze moeten stoppen met de bereiding van de griepprik tegen de ‘gewone’ influenza, die komende winter gewoon weer de kop op zal steken en met name ouderen en personen met een zwakke afweer het leven kan kosten. „Jaarlijks overlijden wereldwijd 250.000 tot 500.000 mensen aan griep. Het is een ernstige ziekte en we moeten de kwetsbare groepen beschermen tegen de aandoening”, zegt dr. Marie-Paule Kieny, hoofd van de WHO-afdeling vaccinonderzoek.
Wat de WHO komende week onder andere helder wil krijgen, is de hoeveelheid antistof die de diverse farmaceuten op dit moment beschikbaar hebben voor de griepprik van komend najaar. „We moeten voorkomen dat we geen vaccin hebben tegen de wintergriep. We denken dat er inmiddels een behoorlijke hoeveelheid van is geproduceerd.”
Mild
Een uiterst onbetrouwbare factor is de ernst van de aandoening. De Mexicaanse griep lijkt nu tamelijk mild van karakter, al is het te vroeg om daar prognoses aan te verbinden. Het probleem met influenzavirussen is dat zo’n tamelijk onschuldig virus zich in een paar maanden tijd kan ontpoppen tot een killer. Zo was de eerste golf van de Spaanse griep –van januari tot maart 1918– al vrij heftig vergeleken met de ‘gewone’ griep. Het grootste aantal doden werd echter veroorzaakt door de tweede vlaag, die zes maanden later begon. Tijdens de derde oprisping, in de winter en het voorjaar van 1919, was de ziekte het mildst. In totaal overleden er naar schatting 50 miljoen mensen aan de Spaanse griep (eveneens type H1N1).
Ook de laatste twee pandemieën, de Aziatische griep van 1957 (H2N2) en de Hongkonggriep van 1968 (H3N2), kwamen in twee golven. Deze eisten met respectievelijk 2 miljoen en 1 miljoen slachtoffers beduidend minder levens dan de Spaanse griep. De tijd tussen de eerste en de tweede periode liep uiteen van drie tot negen maanden.
Toekomst
Of de Mexicaanse griep zijn milde karakter zal behouden of zich zal ontwikkelen tot een uiterst dodelijke variant, kan niemand zeggen. Dat maakt het lastig om een goede afweging te maken. Voor de vaccinproductie is het echter van levensbelang om die verschuiving vóór te zijn, aangezien het vier tot zes maanden duurt voor de eerste doses beschikbaar komen.
Ook wanneer het virus zich in de bevolking heeft ontwikkeld tot een agressievere ziekteverwekker, zal een vaccin gebaseerd op een mildere variant nog een redelijke bescherming bieden, zo is de ervaring.
Het is nu aan de WHO om, in samenspraak met internationale experts, tot een goed advies te komen. Of dan groen licht wordt gegeven voor de productie van pandemisch vaccin staat zeker nog niet vast, meent Kieny. „Dat kan volgende week gebeuren, het kan ook later worden.”
Dat het een uiterst lastige kwestie is, blijkt ook uit een commentaar dat afgelopen week verscheen in het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift Nature. De auteur stelt daarin dat de Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention (CDC) en de Wereldgezondheidsorganisatie zich „in een niet te benijden positie” bevinden, nu ze beslissingen moeten nemen rond de nieuwe Mexicaanse griep. „Als ze de bevolking alarmeren en de pandemie dooft uit, zullen ze ervan worden beschuldigd een hype te hebben gecreëerd en onnodig angst te hebben gezaaid. Bagatelliseren ze echter het gevaar en de wereld wordt, onvoorbereid, getroffen door een catastrofe vergelijkbaar met die van 1918, dan zullen de beschuldigingen sneller komen dan je ”Hurricane Katrina” kunt zeggen. Op dit moment is het gevaar niet de pandemische dreiging op te blazen, maar deze te onderschatten.”
„Zeker 1 tot 2 miljard doses beschikbaar”
Bij uitbraak van een pandemie zal er, ook bij maximale productie, niet genoeg griepvaccin zijn voor iedere wereldburger. De WHO maakt zich er daarom sterk voor dat ontwikkelingslanden niet worden vergeten.
Exacte getallen kan ze niet noemen, daarvoor zijn er te veel onzekere factoren, zegt dr. Marie-Paule Kieny van de WHO. „Onze voorzichtige schatting is dat er in een jaar tijd zeker 1 tot 2 miljard doses H1N1-vaccin geproduceerd kunnen worden.” Wanneer de Mexicaanse griep een pandemie veroorzaakt, loopt echter de totale wereldbevolking –van 6,8 miljard mensen– gevaar.
Een belangrijke vraag is of iemand met één of twee injecties voldoende bescherming opbouwt tegen de nieuwe griep. Dat laatste scenario halveert immers het aantal mensen dat ingeënt kan worden.
Bij de jaarlijkse wintergriep is één dosis voldoende, maar uit onderzoek met vaccin tegen het H5N1-vogelgriepvirus bleek dat er twee injecties nodig waren om voldoende afweer op te bouwen. „Of dit ook voor een vaccin tegen de Mexicaanse griep geldt, weet niemand”, aldus Kieny. „Het kan zijn dat de menselijke H1N1-griep al een basis heeft gelegd voor de afweer tegen de nieuwe H1N1-variant. In dat geval zal één dosis voldoende zijn, maar dat moet dan blijken uit onderzoek.” Zo’n studie kan echter pas starten nadat de eerste vaccins zijn geproduceerd. „Het duurt dus nog een aantal maanden voor we weten of er één of twee doses nodig zijn.”
Een andere onzekere factor is de opbrengst. Het grootste deel van de fabrikanten kweekt het griepvirus in bebroede kippeneieren. Bij de productie van vaccin tegen het H5N1-vogelgriepvirus lag de opbrengst soms veel lager dan bij de productie van entstof tegen de gewone wintergriep. Of dit probleem ook bij het Mexicaanse griepvirus zal spelen, is nog niet duidelijk.
Gebruik van een zogeheten adjuvant, een stof die het immuunsysteem stimuleert, kan het aantal beschikbare doses wellicht vergroten doordat er minder viruseiwit nodig is om een goede, beschermende afweerreactie te krijgen.
Waar de WHO zich op dit moment sterk voor maakt, is dat ontwikkelingslanden ook vaccin krijgen op het moment dat dit beschikbaar komt. Doordat westerse landen contracten hebben afgesloten voor de levering van pandemisch vaccin, dreigen ze achteraan te komen.
De Nederlandse regering heeft bijvoorbeeld een aantal jaar geleden bij Solvay Pharmaceuticals in Weesp bedongen dat de eerste 16 miljoen spuitjes die van de band rollen voor de Nederlandse bevolking bestemd zijn.
„De meeste afspraken betreffen een bepaald aantal doses per week of per maand”, zegt Kieny. „We inventariseren nu hoeveel capaciteit producenten nog beschikbaar hebben. We hopen zo te kunnen garanderen dat ook arme landen in de eerste weken en maanden vaccin krijgen, in plaats van na een halfjaar.”