„Dit was niet de Karst die wij kennen”
ZEVENAAR (ANP) – Toen Karst T. op 29 april zijn moeder belde om haar te feliciteren met haar verjaardag, klonk hij vrolijk en opgewekt. Zoals ieder jaar was hij van de vier kinderen de eerste die aan de telefoon hing met gelukwensen.
Niets wees er op dat moment op dat de 38–jarige man uit Huissen de volgende dag in Apeldoorn zes mensen zou doden en anderen zou verwonden door met zijn auto op het koninginnedagpubliek in te rijden. T. raakte zelf zwaargewond en stierf ’s nachts in het ziekenhuis in Deventer.De schokgolf die de actie van Karst T. teweegbracht, sloeg ook op volle kracht in bij zijn ouders, broer en zussen. „Het is onbegrijpelijk en verbijsterend. We zijn perplex”, vertellen de zichtbaar aangeslagen ouders van Karst T. donderdag exclusief aan persbureau ANP. Aan de eettafel in hun rijtjeshuis in een rustige woonwijk doen zij hun verhaal.
Een aanslag in Apeldoorn, hoorden vader en moeder T. toen zij op Koninginnedag over de rommelmarkt liepen. „We kijken thuis wel naar het nieuws”, besloten ze. Even na vieren begon voor hen de nachtmerrie, toen hun andere zoon belde en met trillende stem zei: „Pa, het lijkt erop alsof Karst degene was die die aanslag gedaan heeft”.
De ouders van Karst T., die volgens justitie een aanslag heeft willen plegen op leden van het Koninklijk Huis, willen niet bij naam worden genoemd, om hun drie andere kinderen te beschermen. „Zij hebben hun eigen levens en carrières”, leggen ze uit.
Het echtpaar heeft ervoor gekozen één keer hun verhaal in de publiciteit te brengen. „We zijn er zelf ook geweldig door getroffen en ontdaan. Dat willen we uitdragen, want we waren ons meteen bewust van het verschrikkelijke leed voor de andere slachtoffers”, legt Karsts vader uit. „We zaten in het ziekenhuis bij onze zoon en bedachten ons dat overal in het land mensen in ziekenhuizen zaten, die allemaal hetzelfde hadden. En dat heeft onze zoon gedaan”.
Verder vinden ze dat „iedereen het recht heeft om iets te weten van ons”. „Wij willen ons verhaal vertellen”, zeggen de vader en moeder. Machteloos voegt hij daaraan toe: „Maar het enige echte verhaal weten wij ook niet. We kunnen er niet omheen dat onze zoon dit heeft gedaan, maar we hebben het niet geweten”.
Nog zijn ze verdwaasd en emotioneel, de dag nadat ze Karst in Zevenaar hebben begraven. Zijn motief is hun volstrekt niet duidelijk. „Waarom, waarom, waarom? De vragen waar je mee blijft zitten.”, zegt zijn moeder hoofdschuddend. Hun was niet bekend of Karst iets tegen een van de leden van de koninklijke familie had. „Hij vond Beatrix een stabiele factor”.
De ouders hebben niet meer met hun zoon kunnen communiceren voordat hij stierf aan het letsel dat hij door zijn dollemansrit had opgelopen. „Hij moet op dat moment gek zijn geweest”, concludeert zijn vader. „Dit was niet de Karst die wij kennen. Ik herken in deze daad niets van het jong dat het ooit was”.
Ze beschrijven hun zoon als een attent, lief persoon. Vrienden en relaties had hij niet, maar met zijn ouders, broer en twee zussen had hij innig contact. Vader: „We waren altijd een happy family”. Op school ging het aanvankelijk goed, maar T. haalde zijn havo–examen maar net. Op de hotelschool in Apeldoorn haakte hij na ongeveer anderhalf jaar af, waarna militaire dienst en een trits aan baantjes volgde.
Er volgde een slechte periode. Karst zat in de schulden, raakte zijn huis kwijt en zwierf een paar maanden rond met een tentje. „We vermoeden dat hij toen dronk en joints rookte”, zegt zijn moeder zachtjes terwijl ze haar man aankijkt. Aan deze periode kwam een einde toen Karst een zolderkamer in Apeldoorn betrok en een baan kreeg bij een benzinestation. „Toen heeft hij zich teruggeknokt”, vertelt zijn vader. „Hij heeft al zijn schulden afbetaald. Toen dat klaar was, hebben we samen die prestatie gevierd”.
Daarna had hij een aantal jaren een baan in een fabriek in Apeldoorn. In die periode verhuisde hij van Apeldoorn naar Velp en uiteindelijk naar Huissen. Sinds de herfst van 2008 ging het opnieuw slecht met Karst T. Omdat hij vond dat hij in de fabriek onrechtvaardig behandeld werd, bleef hij plotseling weg van zijn werk. Hij raakte in een dip en heeft er tot begin maart over gedaan om daaruit te komen.
De laatste maand ging het goed. „Hij was weer vrolijk, kwam weer op verjaardagen”. Het telefoongesprek op haar verjaardag maalt nog door het hoofd van Karsts moeder. Met dichtgeknepen keel vertelt ze hoe ze keer op keer elk woord heeft gewogen. Vraagt zich af of ze een boodschap heeft gemist. „Maar het was een heel goed telefoongesprek. Het was de laatste keer dat ik zijn stem heb gehoord en ik heb het niet gehoord, ik heb het niet gemerkt”.