De premier maakte zijn ontslag bekend nadat zijn maoïstische regering legerleider Rookmangud Katawal had willen wegsturen. Katawal zou weigeren de 19.000 voormalige maoïstische rebellen in het leger op te nemen. Dat is echter wel afgesproken bij het vredesakkoord uit 2006 dat een einde maakte aan de burgeroorlog.President Ram Baran Yadav blokkeerde het ontslag van de legerleider. Hij zei tegen Katawal dat hij moet blijven zitten waar hij zit.
De vertrekkende premier veroordeelde het optreden van de president. „De stap van de president is een aanval op deze jonge democratie en het vredesproces”. Hij beschuldigde de president van het nemen van een „ongrondwettelijk en ondemocratisch besluit”.

Maar niet alleen de president was ontevreden over het wegsturen van de legerleider. Twee coalitiepartijen zijn uit ongenoegen uit de regering gestapt. Hierdoor behouden de maoïsten slechts een kleine meerderheid.
De maoïsten vochten van 1996 tot 2006 in een burgeroorlog tegen het centrale gezag in Kathmandu. Zij wilden het koningshuis verjagen en een communistische staat stichten. Pushpa voerde de strijd destijds aan, onder zijn strijdnaam Prachanda.