Dat maakte een legerwoordvoerder woensdag bekend, op de tweede dag van een grootschalig grond- en luchtoffensief tegen de militante moslimstrijders.De zegsman liet weten dat de militairen de centrale plaats Dagar in het noordwestelijke Bunerdistrict hadden ingenomen en zich hadden aangesloten bij politie en officieren. De omstreden gebieden liggen vlak bij de Swatvallei, die door de taliban wordt beheerst.

Het offensief tegen de strijders van de taliban begon dinsdag. „We zullen ze niet sparen”, had minister Rehman Malik van Binnenlandse Zaken kort voor bekendmaking van de operatie al gedreigd. Eind vorige week hadden de taliban nog beloofd hun strijders uit de Bunervallei terug te halen, dat op slechts 100 kilometer van de Pakistaanse hoofdstad Islamabad ligt.

De extremistische beweging trok weliswaar een aantal strijders terug. Maandag keerden echter circa 450 aanhangers terug in het gebied, aldus het Pakistaanse ministerie van Binnenlandse Zaken.

Washington noemde de militaire operatie eerder „precies het juiste antwoord” op het oprukken van de taliban. De intrede van de extremistische talibanstrijders eerder deze maand in de Bunerregio zorgde internationaal voor grote onrust. De Verenigde Staten en andere landen verwijten de Pakistaanse regering te wijken voor de radicale moslims. De vrees bestaat dat er in het land met zijn kernwapens chaos uitbreekt.

Afgelopen weekeinde waren Pakistaanse militairen al een aanval begonnen tegen talibanstrijders in de nabij Buner gelegen regio Maidan (district Lower Dir). Als gevolg van de gevechten in Maidan sloegen ruim 30.000 mensen op de vlucht. Ooggetuigen uit de regio meldden ook dat lichamen in straten en velden liggen, aldus de mensenrechtenorganisatie Amnesty International.

De vluchtelingen uit Lower Dir voegen zich bij de ruim half miljoen tot mogelijk een miljoen mensen die al op de vlucht zijn geslagen voor de gevechten tussen leger en taliban. Pakistaanse functionarissen riepen op een conferentie in Genève de wereld op tot meer hulp.