Status ”vijandelijke strijder” legaal volgens hof Virginia
De Amerikaanse overheid mag „in tijd van oorlog” een Amerikaans staatsburger kwalificeren als ”vijandelijke strijder”.
Dat betekent dat de betrokkene voor onbepaalde tijd kan worden vasthouden zonder bijstand van een advocaat. Dat besliste het vierde hof van beroep in Virginia gisteren in de zaak van Yaser Esam Hamdi, die vorig jaar in Afghanistan door Amerikaanse militairen gevangen werd genomen. De gewapende Hamdi bevond zich daarbij in een groep Taliban-strijders. Na overbrenging naar de VS werd hij gevangengezet op een marinebasis bij Norfolk (Virginia).
Daar werd hem elk contact met de buitenwereld verboden, omdat hij tot ”vijandelijk strijder” was gekwalificeerd. Hamdi’s vader en advocaat Dunham vroegen een federale rechtbank in Norfolk om Hamdi te mogen bezoeken.
Dat werd toegestaan, maar het hof van beroep vernietigde dit besluit. Volgens drie van de vier rechters van het hof heeft president Bush dan wel de overheid „in tijd van oorlog” het recht om vijandelijke strijders te isoleren.