Amnesty eist onderzoek ’oorlogsmisdaad NAVO’
LONDEN/BELGRADO/BRUSSEL (ANP) – Tien jaar na de NAVO–bombardementen op Joegoslavië is er nog steeds niemand ter verantwoording geroepen voor de aanval op de Servische staatstelevisie RTS, waardoor op 23 april 1999 in Belgrado zestien Joegoslavische burgers om het leven kwamen. Daaraan heeft Amnesty International donderdag herinnerd.
Volgens de mensenrechtenorganisatie is er sprake van een oorlogsmisdaad omdat het burgerdoel RTS geen legitiem militair doelwit was. Amnesty eist van de NAVO en de lidstaten dan ook een onafhankelijk onderzoek en schadevergoeding voor de slachtoffers en hun nabestaanden.Nederland en andere NAVO–landen bombardeerden Servië en Montenegro destijds wekenlang om de Joegoslavische president Slobodan Milosevic te dwingen zijn leger en politie terug te trekken uit de Servische provincie Kosovo. Het Westen zei een eind te willen maken aan een humanitaire crisis. Volgens het Joegoslavië–Tribunaal in Den Haag kwamen door de NAVO–bombardementen bijna vijfhonderd Joegoslavische burgers om het leven.
Volgens Amnesty waren er destijds problemen met de manier waarop de NAVO haar doelwitten selecteerde en duren die problemen tegenwoordig nog voort bij de operatie in Afghanistan.
De Internationale Federatie van Journalisten (IFJ), waarbij ook de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) is aangesloten, eiste donderdag van de NAVO excuses voor de dood van de mediamedewerkers. Het bombarderen van RTS was „een verschrikkelijk precedent", aldus een in Brussel uitgegeven verklaring. Zo gebruikte Israël de NAVO–aanval op RTS als rechtvaardiging voor aanvallen op Libanese media in 2006 en op Palestijnse media dit jaar.
De aanval was een schending van het internationaal recht, zelfs als RTS zich schuldig heeft gemaakt aan propaganda voor Milosevic, aldus de IFJ.