Verzetsman maakt schoon schip na liquidatie
Meer dan zestig jaar na zijn liquidatie is dinsdag het lichaam van de 23-jarige onderduiker Pieter Hoppen in Staphorst geborgen. Dat gebeurde op aanwijzingen van oud-verzetsman Gerrit Gunnink. „Goed dat hij schoon schip maakt.”
Gunnink was destijds lid van de Meppeler knokploeg en schreef over de liquidatie in een boek dat enkele jaren geleden verscheen. De oud-verzetsstrijder doet zijn verhaal opnieuw in een documentaire van de Evangelische Omroep, die begin volgende maand wordt uitgezonden. Dinsdag was hij bij de opgraving van de geliquideerde onderduiker aanwezig, maar hij wilde tegenover andere media geen commentaar geven.Pieter Hoppen werd in de zomer van 1943 neergeschoten in een veengebied bij Staphorst. Het verzet herbergde er in die tijd onderduikers in loodsen vaneen ontginningsbedrijf. Ook werden daar plannen voor acties tegen de bezetter beraamd. Om-dat de Rotterdammer Hoppen verdacht werd van verraad, werd besloten dat hij uit de wegzou worden geruimd. Twee leden van de Meppeler knokploeg voerden de actie uit. Het lichaam van de onderduiker werd begraven op de plek waar nu een weiland is en waar veehouder Harm Dunnink al jaren kuilvoer opslaat: de hoek Hamingerweg en Rechterensweg.
Nabestaanden hebben jaren in onzekerheid verkeerd over de exacte locatie waar Hoppens lichaam was begraven. Twee van hen waren gisteren bij de opgraving aanwezig.
Bergingsmedewerkers van de Koninklijke Landmacht begonnen ’s ochtends vroeg aan de zoektocht naar het lichaam. De locatie die Gunnink had opgegeven („zeventien passen vanaf de openbare weg”) werd geverifieerd aan de hand van oude luchtfoto’s van de RAF en kaartmateriaal uit die tijd.
Veehouder Dunnink, eigenaarvan het weiland, leverde een belangrijke bijdrage aan de opgraving. Met zijn kraanmachine schraapte hij een stuk grond van 6 bij 12 meter centimeter voor centimeter af. „Om twee uur deden we een belangrijke ontdekking: in de grond zat een bot, afkomstig van een bovenbeen”, aldus Dunnink.
Direct na de vondst werd een tent over de locatie gespannen. Dunnink: „Delen van het skelet zijn gevonden, zelfs nog kleine stukjes van de kleding die de man destijds droeg. Het viel me op dat de man niet meer dan 30 centimeter onder de grond is begraven.”
Burgemeester J. Alssema van Staphorst noemt het „goed” dat het lichaam van de onderduiker is geborgen. „Geruchten over de liquidatie zijn in het dorp altijd sluimerend aanwezig geweest, de ene keer sterker dan de ande-re keer. Het is goed dat het boek nu kan worden gesloten.” De burgemeester vindt het „moedig” dat Gunnink volledige opening van zaken heeft gegeven. „Hij maakt schoon schip. Dat lijkt mij voor hemzelf ook een goede zaak.”
Alssema heeft gisteren gesproken met de nabestaanden, een oom en een nicht van Hoppen. „Zij hadden gemengde gevoelens bij de vondst van het lichaam. Aan de ene kant waren zij blij; de zoektocht naar hun familielid kan worden afgesloten. Aan de andere kant dachten zij: Het is toch maar gebeurd. De ouders van Hoppen leven niet meer. Zij hebben tot hun dood in onzekerheid verkeerd.”
Hoppen krijgt een herbegrafenis; waar is nog onbekend.