In Thailand staan ze al geruime tijd tegenover elkaar: de Thaise plattelandsbevolking (de roden) die achter de miljardair en verbannen oud-premier Thaksin Shinawatra staan, en de gegoede stedelijke middenklasse (de gelen) die niets meer van hem moet hebben. De afgelopen dagen kwam het tussen de twee groepen tot bloedige confrontaties. Jan van den Bosch, directeur van Beter Uit Reizen en initiator van een hulpverleningsproject in Thailand, was erbij toen de gemoederen hoog oplaaiden.„Wat op mij vooral grote indruk maakte was het grote aantal jonge Thai dat met stalen buizen en kapmessen door de straten liep”, laat hij vanuit Bangkok weten. „Die jongelui zijn erg gewelddadig, in tegenstelling tot de ouderen, die zich juist heel vreedzaam betoonden. Toen de militairen in actie kwamen staken zij demonstratief rozen tussen de mitrailleurs van de soldaten.”

Dat neemt niet weg dat Van den Bosch een paar keer heeft moeten rennen voor zijn leven. Bijvoorbeeld op het moment dat een bus naast hem in brand werd gestoken en tot ontploffing kwam. En ook toen de ”gele shirts” gillend en stenen gooiend op hem afkwamen, was het rennen geblazen. „Ik ben toen bij een familie naar binnen gevlucht en heb daar het einde van de storm afgewacht.”

Over de vraag waarom de roden in opstand komen, laten ze zelf geen twijfel bestaan, merkte Van den Bosch. „Het platteland heeft niet geprofiteerd van de welvaart.” Zelf ziet Van den Bosch dat bevestigd in de gebieden waar hij zijn projecten heeft: onder de christelijke Karen. Zij hebben qua ontwikkeling –te denken valt aan onderwijs en gezondheidszorg– een grote achterstand bij de stedelijke gebieden. „Het is Thaksin die gezegd heeft dat hij de plattelanders wil helpen.” Van den Bosch zou dat niet als volksretoriek willen afdoen, zoals de gelen wel doen. „Thaksin heeft wel degelijk laten zien dat hij meende wat hij zei, bijvoorbeeld door de infrastructuur op het platteland te verbeteren.”

De kerk in Thailand is intussen even verdeeld als de bevolking als geheel. „Ik was zondag nog in een dienst waar voor het land werd gebeden, maar voor geel of rood sprak men zich niet uit.”

Dat is op het platteland wel anders. „De plattelandskerkjes zijn nadrukkelijk op de hand van de rode shirts.”

Of het ingrijpen van het leger en de aftocht van de betogers voor definitieve rust gaan zorgen? Van den Bosch denkt van niet. „Er is immers niets opgelost. Er hoeft maar wat te gebeuren en het begint weer.”