Het Antiballistic Missile Treaty of ABM-verdrag was sinds 1972 hoeksteen van het strategisch nucleair evenwicht gebaseerd op afschrikking tussen de VS en de Sovjet-Unie. Nu de Sovjet-Unie uiteen is gevallen en de VS en Rusland geen ideologische tegenstanders meer zijn, is het verdrag volgens Washington achterhaald. Het ABM-verdrag verbiedt het creëren van een antiraketsysteem en dat is nu precies wat de Amerikanen van plan zijn.

Dit nieuwe systeem is volgens de VS niet gericht tegen Rusland, maar tegen wat men noemt „ongeregelde” staten zoals Noord-Korea, Irak of Iran. De Amerikanen vinden dat zij bescherming nodig hebben tegen mogelijke nucleaire aanvallen van dit soort staten. Rusland en trouwens ook China zijn fel tegen dit plan, omdat deze stap volgens hen het begin kan zijn van een nieuwe bewapeningswedloop. Een mening die door een aantal Europese partners van de Verenigde Staten wordt gedeeld.

Nederlaag
Het ABM-verdrag biedt beide partijen de mogelijkheid om de overeenkomst met zes maanden op te zeggen. Dit zal volgens sommige bronnen in Washington deze maand nog gebeuren. Dat betekent dat de VS in mei of juni volgend jaar aan raket- en systeemtesten kunnen beginnen die anders volgens het ABM-verdrag verboden zouden zijn.

Het besluit van president Bush, dat nog deze week officieel wordt verwacht, is een politieke nederlaag voor minister van Buitenlandse Zaken Powell, die binnen de regering sterk heeft gepleit voor aanpassing van het verdrag voordat men zou verdergaan met het testprogramma voor het nieuwe antiraketsysteem. Politieke overwinnaar is minister van Defensie Donald Rumsfeld, die vanaf het aantreden van de regering-Bush heeft gepleit voor het opzeggen van het „antieke” ABM-verdrag, ongeacht de reacties van Moskou of van Amerika’s bondgenoten.