Weinig reporters omgekomen in jaar 2002
Negentien journalisten zijn vorig jaar om het leven gebracht wegens hun werkzaamheden.
Dat is de helft minder dan het jaar daarvoor en het laagste aantal dat het Comité ter Bescherming van Journalisten (CPJ) in New York sinds het begin van de registratie in 1985 heeft geteld.
Dat heeft het CPJ donderdag bekendgemaakt.
In slechts enkele gevallen zijn de daders van moorden op journalisten voor de rechter verschenen, zo meldde het comité. De zaken worden zelden actief onderzocht en opgelost. In de lijst van het CPJ zijn niet de journalisten opgenomen die door ongevallen tijdens de uitvoering van hun werk zijn omgekomen.
In 2001 kostten gerichte moordaanslagen 37 journalisten het leven. Het CPJ denkt dat de daling te danken is aan de vermindering van het aantal conflicten in de wereld en aan de betere bescherming van journalisten door hun werkgevers sinds Daniel Pearl van The Wall Street Journal in het begin van dat jaar in Pakistan werd vermoord. Alleen al op de Westelijke Jordaanoever hebben twee journalisten beschietingen overleefd dankzij hun kogelvrije vest.
„Hoewel de daling van het aantal doden vorig jaar bemoedigend is, blijven journalisten doelwit en worden ze vermoord wegens hun werk”, zei directrice Ann Cooper van het CPJ. „Drugssmokkelaars in Brazilië, paramilitaire groeperingen in Colombia en corrupte politici op de Filipijnen proberen journalisten het zwijgen op te leggen door hen te intimideren en te vermoorden en dat moet ophouden”, voegde ze eraan toe.
Hoewel het CPJ het aantal omgekomen journalisten „bemoedigend” noemt, meldde de Internationale Federatie voor Journalisten (IFJ) enkele weken geleden dat het aantal vermoorde verslaggevers op 48 lag. In bijna twintig gevallen moest onderzoek nog uitsluitsel over de doodsoorzaak geven.