Rebellen boycotten Bashir na vertrek hulpverleners
Een van de belangrijkste rebellenbewegingen van Darfur, de Gerechtigheid- en Gelijkheidsbeweging (JEM), wil niet meer met de Sudanese overheid over vrede praten totdat president Omar al-Bashir besluit weer hulpverleners toe te laten. Bashir zette verschillende organisaties uit de West-Sudanese regio Darfur nadat rechters van het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag besloten hadden een arrestatiebevel tegen hem uit te vaardigen.
De overheid en de JEM kwamen in februari overeen later te gaan praten over vrede. Dat zou over drie weken gaan gebeuren in Doha. In de tussentijd zou een gevangenenruil gerealiseerd moeten zijn om vertrouwen te wekken, maar ook die is nog niet tot stand gekomen.
„De beweging kan niet onderhandelen met de overheid van Bashir", aldus JEM-voorzitter Khalil Ibrahim. „De JEM heeft de noodtoestand uitgeroepen in Darfur en is bereid de bevolking te beschermen."
Het Strafhof wil Bashir berechten wegens oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid in Darfur. In dat gebied woedt al jaren een burgeroorlog, die in 2003 escaleerde. Volgens de Verenigde Naties kwamen sindsdien mogelijk 300.000 mensen om het leven. Naar schatting 2,5 miljoen mensen moesten vluchten.