Saudische Kerst is geheim feest
Achter de opgezette dieren en geschenkenkorfjes voor geboortes steken enkele twijgjes van groen plastic tussen de zijden bloemen. Tussen kleurige rijen linten hangen ook enkele spoelen met feestelijk rood, goud en groen en, een beetje verstopt onder een winkelrek, twee nog voor de helft gevulde dozen met uit glas geblazen kerstversierselen.
De sfeer in dit geschenkenwinkeltje in de Saudische hoofdstad Riyad maakt duidelijk dat kerstfeest niet bepaald een publieke aangelegenheid is in dit woestijnkoninkrijk, waar de islam de enig toegelaten godsdienst is.
Buitenlandse werknemers houden feestjes binnen de muren van hun bedrijf, uit het zicht van de religieuze politie. Voor de meeste buitenlanders is de verjaardag van de geboorte van Christus voornamelijk een dag om in stilte na te denken.
Saudi-Arabië verdedigt als bakermat van de islam de heiligste plekken van het geloof tegen afwijkende overtuigingen en nieuwe ideeën die een bedreiging kunnen vormen voor de oude cultuur, tradities en officiële godsdienst. Kerken zijn niet toegestaan, al komen sommige buitenlanders regelmatig samen om in kleine kring een religieuze dienst te houden.
Zo is het niet overal in het Midden-Oosten. In het naburige golfstaatje Bahrein worden luxueuze hotels opgesierd met hel verlichte bomen en kerststerren en worden overal kerstmaaltijden aangeprezen. Ook in de Jemenitische hoofdstad Sanaa en in wijken in Karo waar veel buitenlanders wonen, worden kerstbomen verkocht. De Egyptische president Hosni Mubarak kondigde vorige week aan dat 7 januari, de dag waarop de orthodox-christelijke koptische minderheid in Egypte kerstfeest viert, een feestdag is voor alle Egyptenaren. In Libanon en Syrië, landen met grote groepen christenen, wordt kerstfeest openlijk gevierd, met alle religieuze en commerciële pracht en praal van dien.
Maar in Riyad doet de minste verwijzing naar kerstfeest de buitenlanders al fluisteren, bang als ze zijn om ongewilde aandacht te trekken of hun baan te verliezen. Zelfs het kopen van een kerstkaart is al een onderneming die onderhands dient te gebeuren. In het geschenkenwinkeltje in Riyad waar de kerstversieringen tussen de andere artikelen verstopt zijn, schudt de Filipijnse medewerker zijn hoofd als er naar kerstkaarten wordt gevraagd. Wel weet hij dat zijn baas een andere winkel kent waar kaarten te krijgen zijn.
In die winkel duikt een Indiase werknemer onder de toonbank om tevoorschijn te komen met een vijftal religieuze en niet-religieuze kerstkaarten, voortdurend rondspiedend of hij niet in de gaten wordt gehouden. Hij weet dat hij in de problemen raakt als hij betrapt wordt, want het is ”haram”, het Arabische woord voor verboden.
De Indiase man kan het weten, want zijn kerstkaarten zijn al eens in beslag genomen. Hij kijkt opgelucht als hij de aankopen in een papieren zak kan stoppen en wijst naar een neutrale kaart met ”Season’s Greetings” erop, discreet zichtbaar naast de kassa. Met een prijs van 5 riyal (1,35 euro) zijn ze maar half zo duur als de kerstkaarten. Ze zijn ook maar half zo riskant.