Kevers ruïneren Canadese bossen
De ”Mountain Pine Beetle” zorgt voor een ongekende ravage in de bossen van westelijk Canada. De schade is tien keer zo erg als bij voorgaande plagen en kan volgens wetenschappers ook van invloed zijn op de klimaatverandering.
De kever is nauwelijks groter dan een rijstkorrel, maar betekent een catastrofe voor miljoenen hectaren woud in het westen van Canada. De larven van de Dendroctonus ponderosae vreten zich een weg onder de schors van de boom en leggen de toevoer van water en voedingsstoffen stil. Dat is nu al bijna de helft van de bomen in de provincie British Columbia fataal geworden. Het Canadese ministerie van Bosbeheer schat dat er al minstens 620 miljoen kubieke meter hout verloren is gegaan, te vergelijken met 15 miljoen vrachtwagens vol hout.De ravage is echter niet alleen een ramp voor het lokale milieu. De miljarden bomen, die van onschatbare waarde zijn om CO2 uit de atmosfeer te halen, worden na het afsterven immers zelf een bron van broeikasgas. Volgens Werner Kurz, wetenschapper voor het Canadese ministerie van Bosbeheer, zorgen de afstervende bomen tegen 2020 voor evenveel broeikasgassen als de totale uitstoot van de Canadese transportsector over een periode van vijf jaar.
Het is niet de eerste keer dat Canada te maken krijgt met de keversoort, maar deze plaag is tien keer erger dan de voorgaande en de grootste die ooit in dit gebied is opgetekend.
Deskundigen zijn het erover eens dat de kever welig tiert dankzij twee elementen: brandbestrijding en de klimaatverandering. De bestrijding van bosbranden in het belang van de houtkapindustrie zorgt ervoor dat er meer bomen groeien dan er in natuurlijke omstandigheden zouden zijn, en de ongewoon hete, droge zomers en milde winters hebben ervoor gezorgd dat de kevers zich snel kunnen vermenigvuldigen.
Volgens de onderzoekers blijft het aantal kevers normaal binnen de perken door de ijskoude Canadese winters. Een temperatuur van -40 graden Celsius of een plotse koudegolf in de herfst of lente zou voldoende zijn om de plaag een halt toe te roepen, maar de zachte winters van de voorbije jaren hebben ervoor gezorgd dat maar 10 procent van de kevers doodging, tegenover de normale 80 procent.
De kever brengt ook de lokale economie in de problemen. Houtbedrijven moeten duizenden arbeiders ontslaan, fabrieken zijn gesloten en de overheid heeft moeite om de crisis het hoofd te bieden. Gevreesd wordt dat de kever ook naar de naburige provincie Alberta trekt, en er wordt hard gezocht naar plannen om die expansie een halt toe te roepen.
Eerder is al gebleken dat de kever ook eitjes legt in de struiken, en zowel houthakbedrijven als milieubeschermers vrezen dat de kever op die manier naar het oosten zal uitbreiden. Als dat gebeurt, zijn nog eens miljarden bomen in gevaar.
In British Columbia wordt inmiddels alles in het werk gesteld om het hout van de zieke bomen voor nuttige zaken te gebruiken en de getroffen gebieden zo snel mogelijk te herbebossen. Maar het is een ongelijke strijd. Het overheidsprogramma ”Bossen voor morgen” slaagt erin om jaarlijks zo’n 10.000 hectare bos aan te planten, maar met dat tempo zou het 1500 jaar duren om het aangetaste gebied terug te winnen.
Intussen heeft de overvloed aan dood hout al tot nieuwe toepassingen geleid. Steeds meer aannemers in Canada verwerken het hout voordat het de kans krijgt te rotten.
Een onderzoekster aan de universiteit van British Columbia ontdekte bovendien dat het hout een prima ingrediënt vormt voor beton op basis van cement, water en houtschilfers. De die mix hierdoor ontstaat, zou zelfs nog sterker zijn dan de gewone mixen.