Herstel Noord-Iers zelfbestuur ver weg
David Trimble, leider van de grootste protestantse partij in Noord-Ierland, is donderdag opgestapt uit het overleg over herstel van het zelfbestuur in de Britse provincie. De Noord-Ierse zender UTV onthulde woensdag een geheim document van de Ierse regering waaruit blijkt dat het Ierse Republikeinse Leger (IRA) aanhangers blijft werven en trainen en kleine hoeveelheden wapens blijft aankopen.
„De bevolking van Noord-Ierland zou het niet begrijpen als wij in deze omstandigheden de gesprekken zouden voortzetten alsof er niets is gebeurd”, zei Trimble toen hij het parlementsgebouw in Belfast verliet. Daar had het overleg tussen de regeringen van Groot-Brittannië en Ierland en de katholieke en protestantse partijen in Noord-Ierland plaats.
De Britse regering schortte het Noord-Ierse zelfbestuur midden oktober op. Sinds Noord-Ierland na het akkoord van Goede Vrijdag 1998 weer een eigen regering kreeg, was het de vierde keer dat de regering in Londen het bestuur over de provincie overnam. De aanleiding was de vondst van geheime Britse regeringsstukken in kantoren van Sinn Fein, de politieke vleugel van de IRA. De paramilitaire organisatie zou aan deze stukken zijn gekomen door in het Britse ministerie van Noord-Ierse Zaken te infiltreren. Trimble, premier van de Noord-Ierse regering dreigde met aftreden als Sinn Fein in de regering zou mogen blijven zitten. Om het vertrek van Trimble en zijn partij, de Ulster Unionist Party UUP, te voorkomen schortte de Britse regering het zelfbestuur op.
De protestanten in Noord-Ierland, de voorvechters van een hechte band met het Verenigd Koninkrijk, vormen nog hooguit 53 procent van de bevolking. Dat blijkt volgens het dagblad The Independent uit recent onderzoek naar de samenstelling van de Noord-Ierse bevolking.
De Britse krant berichtte donderdag dat de protestanten in tachtig jaar tijd niet zo’n klein percentage hebben vertegenwoordigd. Het rooms-katholieke volksdeel, overwegend voorstander van aansluiting bij de republiek Ierland, omvat inmiddels naar schatting 44 procent van de bevolking.
Het relatief geringe verschil tussen de twee groepen is nog kleiner indien het wordt gemeten aan de hand van praktiserende gelovigen. De protestanten zakken dan naar 46 procent en de rooms-katholieken naar 40 procent. Van de ondervraagde Noord-Ieren gaf 14 procent helemaal geen godsdienst op.
De telling toont aan dat dit deel van het Verenigd Koninkrijk politiek langzaam wegdrijft uit het koninkrijk. Het rooms-katholieke, republikeinse deel groeit vooralsnog sneller dan het unionistische, protestantse. Veertig jaar geleden was de verhouding protestanten-katholieken nog 63 tegenover 35.
De grenzen die voor Noord-Ierland formeel in 1920 werden vastgesteld, markeerden destijds de noordelijke graafschappen in Ulster waar unionisten op een meerderheid konden rekenen. Hun aandeel is evenwel gestaag kleiner geworden. Veel streken waar protestanten de meerderheid hadden, zijn al lang rooms-katholieke bolwerken. Bij verkiezingen stemt in Noord-Ierland 43 procent op de republikeinse partijen Sinn Fein en de Sociaal-Democratische Labour (SDLP). Vier van de vijf belangrijkste Noord-Ierse steden zijn al in meerderheid katholiek, inclusief Belfast dat een burgemeester van de radicale Sinn Fein heeft.