Arrestatiebevel tegen Sudanese president
Het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag heeft een arrestatiebevel uitgevaardigd tegen de Sudanese president Omar Hassan al-Bashir wegens oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. De rechters van het strafhof hebben dit woensdag volgens een woordvoerster van het hof laten weten.
Hoofdaanklager Luis Moreno Ocampo vroeg vorig jaar juli om het aanhoudingsbevel. De rechters baseerden het bevel vooralsnog niet op volkerenmoord. Wanneer de aanklager met meer bewijzen komt, kan dat veranderen, aldus de woordvoerster.President al–Bashir heeft als president het bevel over de strijdkrachten en is daarmee verantwoordelijk voor onder meer moord, deportatie, verdrijving marteling, verkrachting en doelbewuste aanvallen op burgerdoelen in Darfur.
In de regio woedt al geruime tijd een etnische en politieke machtsstrijd die in 2003 escaleerde tot gruwelijke proporties. Er zouden sindsdien tussen de 200.000 en 300.000 doden zijn gevallen en naar schatting 2,5 miljoen mensen zijn op de vlucht gedreven.
Afrikaanse, Arabische en westerse mogendheden hebben diplomatieke druk uitgeoefend om al–Bashir met rust te laten. Sommige landen vrezen dat die de toestand nog verder uit de hand laat lopen. En andere menen dat de indruk verder wordt bevestigd dat alleen Afrikaanse of Arabische heersers de aandacht van internationale tribunalen hebben.
Hoofdaanklager Luis Moreno Ocampo vertrouwt erop dat president Omar al–Bashir van Sudan uiteindelijk voor de rechter in Den Haag moet verschijnen. Dit zei de Argentijn woensdag kort nadat de ICC–rechters een arrestatiebevel hadden uitgevaardigd tegen Bashir.
Moreno herinnerde tot twee keer toe aan de twee zittende staatshoofden die eerder door internationale hoven werden aangeklaagd: president Slobodan Milosevic van Joegoslavië en president Charles Taylor van Liberia. Die werden uiteindelijk allebei in Den Haag berecht: Milosevic voor het Joegoslavië–Tribunaal en Taylor voor het Speciale Hof voor Sierra Leone. Moreno weet alleen niet hoelang het in het geval van Bashir zal duren, „twee maanden of twee jaar”.
Volgens de rechters zijn er „redelijke redenen om aan te nemen dat Bashir strafrechtelijk verantwoordelijk is” voor zeven misdaden:
1: aanvallen tegen de burgerbevolking en individuele burgers
2: plundering
3: moord
4: uitroeiing
5: gedwongen verplaatsing (van bevolkingsgroepen)
6: marteling
7: verkrachting
Deze misdaden zijn deels in aanmerking genomen als oorlogsmisdaden, deels als misdaden tegen de mensheid. Volgens de rechters is er onvoldoende bewijs dat er genocide (volkenmoord) is gepleegd in Darfur.
