Het Europees Parlement en Europees commissaris Verheugen (Uitbreiding) hebben dit met elkaar afgesproken. Zij proberen met de beoogde aanpak te voorkomen dat te zijner tijd de beoordeling van de situatie in het betrokken land verzandt in een vage discussie.

De regeringsleiders van de huidige EU-leden besloten vorige week tijdens hun top in Kopenhagen om over twee jaar te beslissen of het voorbereidende overleg met Turkije kan aanvangen. Aan die natie is eerder officieel de status van kandidaat-lidstaat verleend, maar nadere stappen op weg naar de aansluiting blijven tot dusver uit omdat zij niet voldoet aan de politieke criteria. Die zijn gericht op het waarborgen van de democratie en de rechtsstaat en het eerbiedigen van de mensenrechten.

Volgende maand brengt Verheugen een bezoek aan Ankara. Hij zal daar overleg voeren met de nieuwe AKP-regering. Na terugkeer wil hij invulling geven aan het beoogde werkprogramma. Hij heeft beloofd dat het EP daarover mag meepraten.

Europarlementariër Lagendijk (GroenLinks), die voorzitter is van de Turkije-delegatie uit de volksvertegenwoordiging, spreekt van „een boodschappenlijstje” en pleit voor „een korte opsomming van concrete en haalbare punten.” Hij denkt daarbij onder andere aan het opheffen van de Nationale Veiligheidsraad, een orgaan waarin de legertop ministers opdrachten geeft, aan het beëindigen van martelingen op politiebureaus en aan het toekennen van een volwaardige rol voor minderheidstalen zoals het Koerdisch.