Groot-Brittannië: geen mandaat VN nodig voor aanval op Irak
Er is geen nieuw besluit van de VN-Veiligheidsraad nodig voor een aanval op Irak als dat land blijkt te beschikken over massavernietigingswapens. Dat heeft de Britse minister van defensie Geoff Hoon woensdag gezegd in een interview voor de BBC radio.
Volgens Hoon is er bij het passeren van resolutie 1441 van de Veiligheidsraad, waarin Irak gedreigd wordt met ’ernstige gevolgen’ als het de beschikking heeft over massavernietigingswapens, bepaald dat er in VN-verband gesproken zou worden over de dan ontstane situatie, maar is er volgens de minister geen nieuw mandaat van de VN nodig voor militaire actie.
Hoon zegt dat de voorbereidingen die de VS en Groot-Brittannië de afgelopen weken getroffen hebben voor een aanval op Irak niet betekenen dat er al een besluit is genomen om daadwerkelijk tot actie over te gaan, onafhankelijk van de bevindingen van de VN-wapeninspecteurs in Irak. ’Het enige wat we doen is zorgen dat we klaar zijn voor een aanval als duidelijk is dat militaire actie nodig is’, aldus de minister.
De Britse en Amerikaanse regering hebben zich de afgelopen dagen sceptisch uitgelaten over de inhoud van de door Irak overlegde verklaringen over de ontwikkeling van massavernietigingswapens. Er zou veel oud materiaal in staan en ze zouden verre van volledig zijn.
Uit een kopie van de Iraakse wapenverklaring uit 1996, waar de Associated Press onlangs inzage in heeft gehad en die vrijwel identiek zou zijn aan het eerder deze maand aan de Veiligheidsraad overlegde rapport, blijkt dat tientallen westerse bedrijven Irak onderdelen hebben geleverd voor het nucleaire wapenprogramma, dat volgens de Iraakse regering na de Golfoorog ontmanteld is.
Vooral Duitse bedrijven hebben op grote schaal zaken gedaan met het regime van Saddam Hussein. Zeker dertig Duitse ondernemingen staan vermeld in de Iraakse rapportage, naast onder meer tien Amerikaanse en elf Britse bedrijven. Volgens Irak hebben meer dan dertig landen ooit meegewerkt aan het Iraakse kernwapenprogramma, zonder dat overigens in alle gevallen duidelijk is geweest waar de aan Irak geleverde technologie of onderdelen voor werden gebruikt.
Irak erkent dat er in de jaren ’80 hard gewerkt is aan de ontwikkeling van een kernwapen. Deskundigen zeggen dat als het Iraakse atoomprogramma niet was ontmanteld als gevolg van de VN-besluiten die na de Golfoorlog zijn genomen, Irak al lang de beschikking over een atoomwapen zou hebben gehad.
Volgens Amerikaanse deskundigen heeft Irak zijn atoomprogramma de afgelopen jaren echter heimelijk weer opgestart en zou het rond 2010 de beschikking kunnen hebben over een kernbom als de ontwikkeling daarvan niet wordt tegengegaan.