„Afghaanse vrouwen nog altijd onderdrukt”
Het gaat nog altijd niet goed met de vrouwen van Afghanistan. Dat is de strekking van een dinsdag verschenen rapport van Human Rights Watch. Ook al zijn de Taliban verdreven, vrouwen worden nog altijd veelvuldig mishandeld, lastiggevallen en bedreigd. Vaak zelfs door ambtenaren, soldaten en andere vertegenwoordigers van het gezag.
„Veel mensen in het buitenland geloven dat de rechten van Afghaanse vrouwen en meisjes er op vooruit zijn gegaan”, zegt een van de auteurs van het rapport, Zama Coursen-Neff. Niet dus. Meisjes en vrouwen hebben nu weliswaar recht op onderwijs, maar veel van de beperkingen die door de Taliban zijn ingevoerd, zijn nog altijd van kracht.
In de westelijke provincie Herat, die grotendeels in handen is van de door de Verenigde Staten gesteunde krijgsheer Ismail Khan, is de situatie volgens Human Rights Watch het ernstigst. Onder Khans bewind zijn de vrouwen er het afgelopen jaar op achteruitgegaan, aldus het rapport, getiteld ”We want to live as humans” (Wij willen leven als mensen).
Vrijheid van meningsuiting en beweging en het recht op gelijke behandeling, werk, onderwijs en lichamelijke integriteit hebben de vrouwen van Herat niet of nauwelijks. „Zo goed als ieder aspect van het leven van vrouwen en meisjes in Herat wordt door anderen bepaald: waar ze naartoe mogen, hoe en met wie ze daar naartoe mogen en hoe ze zich moeten kleden.”
Volgens een medewerker van Ismail Khan verkoopt Human Rights Watch onzin. „We verwerpen het rapport volledig. Er werken hier vrouwen bij ngo’s en voor vrouwenorganisaties. We hebben scholen voor meisjes.”
Human Rights Watch zegt dat het vrouwen in Herat verboden is samen in een auto te zitten of over straat te lopen met mannen die geen naaste familieleden zijn. Openbaar vervoer is er nauwelijks, dus vrouwen en meisjes hebben weinig mogelijkheden om naar school te gaan - of naar de markt, hun werk of de dokter.
„Een politiemacht patrouilleert in de stad Herat en arresteert mannen en vrouwen die samen worden gezien en ervan worden verdacht ongetrouwd en geen naaste familie te zijn. De mannen gaan naar de gevangenis, de vrouwen en meisjes naar het ziekenhuis, waar ze medisch onderzoek moeten ondergaan om vast te stellen of ze onlangs geslachtsgemeenschap hebben gehad.”
Vrouwen zonder burka worden in Herat lastiggevallen door zowel de politie als burgers. Als een mannelijk familielid een huwelijkspartner voor haar uitzoekt of bepaalt dat ze niet mag werken of naar school kan, kan een vrouw daar niets tegen doen. Vrouwen die in opstand zijn gekomen, zijn door het plaatselijk gezag als „onislamitisch” te kijk gezet. Wie wegloopt, wordt gearresteerd. Op het platteland is de situatie vermoedelijk nog ernstiger, aldus het rapport.
Zelfs in de betrekkelijk liberale hoofdstad Kabul, waar de regering van president Hamid Karzai de dienst uitmaakt, is een team van negentig vrouwelijke medewerksters van het ministerie van Religieuze Zaken actief. Zij speuren op straat naar vrouwen die zich „onislamitisch” gedragen, bijvoorbeeld door make-up te dragen, vallen hen lastig en volgen hen naar huis om hun ouders of echtgenoten ernstig aan te spreken.