Noren ongerust over Zweedse big brother
De permanente bewaking van internationaal internet- en telefoonverkeer door de overheid in Zweden valt verre van goed bij buurland Noorwegen.
De regering in Oslo heeft de gevolgen van Zweedse bewakingsactiviteiten laten bestuderen door haar instanties die toezicht houden op de uitwisseling van persoonsgegevens en het telefoniebedrijf.Een omstreden wet heeft aan de radio-inlichtingendienst van defensie (FRA) de bevoegdheid verleend om alle grensoverschrijdende communicatie via kabel en ether met een computersysteem te scannen op trefwoorden die zouden kunnen wijzen op de voorbereiding van terroristische aanslagen.
De zojuist gepresenteerde bevindingen hebben de Noorse politici flink laten schrikken. Volgens de Noorse regering is het laatste woord over de vorig jaar in Zweden aanvaarde wet daarom nog niet gezegd.
De liberale oppositie in Noorwegen wil echter verder gaan dan de algemene scepsis bij de regeringspartijen. Zij verwijt het kabinet passiviteit. De oppositie eist op staande voet politieke actie tegen het buurland.
Niet minder verontwaardigd reageert de Noorse afdeling van de internationale juristencommissie, de ICJ-Norge. Deze instelling wil er geen gras over laten groeien en heeft gisteren een officiële klacht tegen de Zweedse staat ingediend bij het Europees Hof voor Mensenrechten (EHRM) in Straatsburg. Woordvoerder Jon Wessel-Aas van de juristenbond noemt de bewaking door de Zweden krenkend voor de Noorse burgerij.
In Zweden zelf lijken de gemoederen na de commotie van afgelopen zomer –toen het parlement de wet aanvaardde– ondanks alles weer wat bedaard. Mogelijk is de rust slechts van voorlopige aard.
Ook in Zweden zelf heeft al een organisatie een klacht in Straatsburg ingediend.
Dat vooral de Noren hier –zij het met enige vertraging– hevig van schrikken komt doordat praktisch al het buitenlandse telefoon- en internetverkeer vanuit Noorwegen langs Zweden moet. Dat blijkt uit de rapoorten van de eerdergenoemde toezichthouders.
Verkeers- en Communicatieminister Liv Signe Navarsete: „Het mag niet zo zijn dat de bescherming van de persoonlijke privacy, en daarmee ook het recht om zich vrij te uiten, wordt gefrustreerd door de vrees dat men op de voet wordt gevolgd door een overheidsbewakingsdienst. We zullen eraan werken dat de rechten van de burgers in Noorwegen op een goede manier worden gewaarborgd en zullen daarvoor contact zoeken met de regering in Stockholm.”
De Zweedse regeringscoalitie (van conservatieven, liberalen en christendemocraten) blijft echter ontkennen dat er big brotherachtige problemen kunnen ontstaan met deze wet. Premier Fredrik Reinfeldt stelt dat de wet juist is bedoeld om de bescherming van de privacy te versterken. „Signalen afluisteren doen we al sinds de Tweede Wereldoorlog en dat willen we nu in goede banen leiden”, aldus de Zweedse regeringsleider.
Helaas voor Reinfeldt hebben aanvullende opmerkingen van zijn collega Carl Bildt (Buitenlandse Zaken) de Noorse onrust alleen maar versterkt. Bildt liet weten dat het meer ging om andere buitenlanders dan om de Zweden, en dat de inlichtingen ook kon worden gebruikt om te ruilen tegen informatie van andere inlichtingendiensten.
Dat schoot het Noorse juristencomité in het verkeerde keelgat: „Onze communicatie is kennelijk ook nog handelswaar voor de Zweedse inlichtingendienst.”