Nederland legt groot beslag op hulpbronnen
Nederland legt een meer dan evenredig beslag op hulpbronnen van kwetsbare landen. De Nederlandse bijdrage aan grote mondiale problemen is in absolute zin echter gering.
Dat blijkt uit de ”Monitor Duurzaam Nederland 2009” die dinsdagmiddag is aangeboden aan de PvdA-ministers Cramer (VROM) en Koenders (Ontwikkelings-samenwerking).De duurzaamheidsmonitor is in opdracht van het kabinet ontwikkeld door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Centraal Planbureau (CPB), het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).
De monitor, die bestaat uit een set van verschillende indicatoren (op economisch, sociaal en milieugebied), geeft een beeld van de mate waarin Nederland zich ontwikkelt richting duurzaamheid en hoe de situatie zich verhoudt ten opzichte van die in andere Europese landen. Van duurzaamheid is sprake wanneer de welvaart van huidige generaties niet ten koste gaat van de ontwikkelingsmogelijkheden van komende generaties.
Uit de monitor blijkt dat, mede door de hoge bevolkingsdichtheid, de totale ruimte die nodig is om de consumptie van Nederlanders voort te brengen circa drie keer het landoppervlak van Nederland beslaat. Naar verwachting neemt dit ruimtebeslag de komende jaren verder toe. Het ruimtegebruik per Nederlander is desondanks ongeveer gelijk aan het wereldgemiddelde, voornamelijk doordat Nederland relatief veel gebruikmaakt van productieve landbouwgronden.
De opstellers van de monitor concluderen dat ontwikkelingen op een aantal terreinen als „gunstig” mogen worden bestempeld, zoals gezondheid en opleidingsniveau. Wel zijn er zorgen op nationaal niveau (vergrijzing, kennis/innovatie en sociale cohesie).
De belangrijkste problemen spelen zich, aldus de onderzoekers, echter af op het mondiale toneel, met verschijnselen als klimaatverandering en een afnemende biodiversiteit. Nederlands beleid kan hierop slechts een geringe invloed uitoefenen. „Geïsoleerd nationaal beleid, hoe streng en ambitieus ook, zal nauwelijks invloed hebben op de omvang van het probleem. Als de rest van de wereld te veel achterblijft is de mondiale klimaatswinst slechts gering.”
De inzet van technologie is, aldus de opstellers, vooralsnog onvoldoende om de negatieve effecten te compenseren van de Nederlandse bevolkingsgroei en consumptie. Consuminderen, gebruik van duurzamere productiemethoden en bevolkingsafname zouden de druk op het milieu kunnen verminderen.
Het is voor het eerst dat een dergelijk veelomvattend meetinstrument voor een breder begrip van welvaart wordt ontwikkeld door rekenmeesters van officiële Nederlandse instanties.
Volgens een groeiende groep economen wordt welvaartstoename te vaak ten onrechte aan een stijgend nationaal inkomen gerelateerd, terwijl ook natuur- en menswaarden een rol zouden moeten spelen. De economen noemen het nationaal inkomen misleidend als welvaartsindicator omdat het slechts meet wat we produceren en niet wat we daarvoor opgeven.
Ook op Europees niveau worden in toenemende mate vraagtekens gezet bij het gebruik van het nationaal inkomen als indicator voor welvaart. Zo sprak de Europese Commissie zich in november 2007 tijdens een bijeenkomst in Brussel uit voor de komst van een indicator die de welvaart beter weergeeft dan het nationaal inkomen. Vorig jaar pleitten honderden economen en politici in de ”Verklaring van Tilburg” ervoor om te komen tot een meer kwalitatieve waardering van groei.
Highlights uit monitor
De Nederlandse milieudruk is aanzienlijk in vergelijking met die in andere Europese landen.
Ongeveer 45 procent van het ruimtebeslag voor Nederlandse consumptie in het buitenland is nodig voor voeding, de rest hoofdzakelijk voor hout.
In Nederland is nog ongeveer 15 procent van de oorspronkelijke biodiversiteit (rijkdom aan planten- en diersoorten) aanwezig.
De Nederlandse uitstoot van CO2 is naar mondiale maatstaven groot.
Een relatief hoog percentage burgers ziet spanningen tussen etnische groeperingen.
De gemiddelde tijd die Nederlanders besteden aan vrijwilligerswerk en mantelzorg is in 30 jaar met een kwart afgenomen.
In mondiaal perspectief leven Nederlanders lang en gezond; naar Europese maatstaven is dit minder het geval.
Burgers tonen zich bezorgd over de toekomstige sociale cohesie in de samenleving.
Het aandeel Nederlanders dat zegt te worden gediscrimineerd is met 7,5 procent relatief hoog.
Op terreinen van kennis, arbeid, gezondheid en sociale participatie hebben vrouwen, niet-westerse allochtonen en laag opgeleiden een achterstand.