Eenzaam op ’n bewoond bureaueiland
Wat doet werkruimte met mensen? „Veel”, zegt Wim Pullen, directeur van het kenniscentrum Center for People and Buildings. „Als je te krap zit, voel je je beperkt; als je te veel ruimte hebt, voel je je eenzaam.”
Werken aan een open bureau waarbij iemand vlak naast collega’s zit, maakt mensen ziek, meldden Australische wetenschappers onlangs in het Asia-Pacific Journal of Health Management. Het lawaai, de overbevolking en gebrek aan privacy verhogen de bloeddruk van werknemers en leiden tot stress, vermoeidheid en griep. Ook de productiviteit zou lijden onder het zitten aan een bureaueiland.Het Center for People and Buildings in Delft houdt zich bezig met de relatie tussen mens, werk en werkomgeving.
Betrokken bij het kenniscentrum zijn onder anderen -behalve directeur Wim Pullen- arbeids- en organisatiepsychologe Evi de Bruyne en senior onderzoeker Theo van der Voordt, expert op gebruik en beleving van gebouwen. Met elkaar schetsen ze het volgende beeld.
Botst de trend van open ruimten met het welbevinden van mensen?
„De grote, open ruimten -of bureaulandschappen- waarin tientallen mensen werken ontstonden in de jaren zestig als reactie op de cellenkantoren: gebouwen met allerlei gesloten hokjes. De nieuwe indeling zou de openheid bevorderen, en daarmee de communicatie. Voorzieningen als airconditioning maakten die ruimten ook technisch mogelijk. Al snel kwamen er klachten over gebrek aan privacy, te veel afleiding en moeilijk geconcentreerd kunnen werken. Daarnaast dook het sick-buildingsyndroom op, een scala aan lichamelijke klachten die vooral met het binnenklimaat te maken hebben.
De aandacht voor dit laatste heeft er in Nederland toe geleid dat in de Arbowet is geregeld dat mensen niet te lang zonder daglicht mogen werken - die grote kantoortuinen zijn vaak diep, waardoor je ver van de ramen kunt zitten.
In reactie op dit alles zijn de huidige combinatiekantoren ontstaan, een mix van verblijfsruimten waarin je elkaar kunt zien en stilteplekken waar je rustig kunt werken.”
Zijn er cijfers bekend waaruit blijkt dat werkplekken effect hebben op de productiviteit van werknemers?
„De productie van kenniswerkers is moeilijk te meten. Wij hebben daarom eerst onderzocht hoe mensen hun productiviteit ervaren, gekoppeld aan hun tevredenheid over het gebouw en de omgeving. Daar kwam uit dat mensen die erg tevreden zijn over de faciliteiten hoog scoren op de ervaren productiviteit. Op een vertaalbureau hebben we de feitelijke productie gemeten - daar bleek dat na een verbeterde werkomgeving het aantal vertaalde woorden groeide.”
Wat maakt mensen tevreden?
„Zowel harde als zachte factoren. Goed meubilair, een pc die werkt, een mobieltje dat het altijd doet, kantoren die niet propvol bureaus staan -we willen een beetje rust en lucht-, daglicht, uitzicht, een goed binnenklimaat.”
Cockpit
„Daarnaast: privacy. Hoewel mensen best beseffen: Ik ben aan ’t werk, ik zit niet thuis. Auditieve of akoestische privacy weegt zwaar: werknemers vinden het snel vervelend als iedereen hen hoort bellen. Ze moeten kunnen uitwijken naar een stille plek, een cockpit zeg maar. Meer effect dan gedacht heeft de belevingswaarde van de omgeving: kunst, kleur, architectuur. Sfeer doet er echt toe.”
Wat betekent de economische situatie voor kantoren?
„Er is een tijd geweest dat kantoren steeds huiselijker werden, met zitzakken, bankjes - nogal informeel. In de tijd van de internetbubble kwam de kapper op kantoor, het kon niet gek genoeg. Nu wordt er fors gesneden. Voorzieningen als fitness- en meditatieruimten sneuvelen vast als eerste. Het wordt zakelijker.
Ook werknemers gaan zich realiseren dat vierkante meters geld kosten. Op moreel-ethisch gebied verwachten wij meer bewustwording van het belang van een goede werkomgeving, zowel intern als naar buiten toe. Bedrijven zullen zich afvragen: Wekken wij de indruk dat we met ons kantoor geld over de balk smijten, of wordt duidelijk dat wij investeren in energiebesparing?”
Trui
„Richting de werknemers vraagt een onderwerp als energie om voorlichting. Dat leidt hopelijk tot overwegingen als: Laat ik niet de lift nemen, maar de trap, en: Staat de verwarming ’s morgens niet op 21 graden? Dan neem ik een trui extra mee.”
Hoe zien werkplekken er in de toekomst uit?
„De tijd van „We hebben 500 werknemers, dus 500 werkplekken” is voorbij. Dat wil niet zeggen dat kantoren een gepasseerd station zijn. Zonder stevige uitvalsbasis vallen organisaties steeds sneller uit elkaar. Gebouwen tonen de identiteit van een bedrijf.
De combinatieruimten zullen nog meer een flexibele manier van huisvesten worden, waarbij collega’s niet gebonden zijn aan een plek, maar een ruimte zoeken bij het werk dat ze gaan doen. Je ziet dat mensen na een vergadering vaak die dag op kantoor blijven. Al werken ze een of twee dagen thuis, het gebouw blijft nodig voor de rest van de week.”