„Holocaust steeds vaker rechtvaardiging voor antisemitisme”
„Laten we er geen thuiswedstrijd van maken”, maant dagvoorzitter ds. A. van der Veer aan het begin van het Christenen voor Israëlsymposium ”Stop Antisemitisme” in Nijkerk, donderdag. De consensus blijkt onder de 200 aanwezigen echter al snel groot. Alle lezingen proberen hetzelfde aan te tonen: het antisemitisme en vooral het antizionisme nemen toe. De zaal humt, hoofdschuddend, instemmend.
De theoloog prof. dr. Hans Jansen laat er direct aan het begin van zijn lezing geen onduidelijkheid over bestaan: de Palestijnen zien de oorlog tegen Israël als een religieuze oorlog. Hij onderzocht vele Palestijnse schoolboeken op het beeld dat daarin wordt geschapen van Israël. Als steeds terugkerend refrein las hij dat de oorlog zal duren tot het hele Joodse volk zal zijn vernietigd. „Dat betekent dus dat er nooit een vredesverdrag met Israël zal worden gesloten”, concludeert Jansen nuchter.In de boeken geldt Israël als kolonie en een racistisch land. Maar op de landkaarten bestaat Israël niet eens. „Je gelooft echt je eigen ogen vaak niet”, aldus Jansen. „In een schoolboek voor 17- en 18-jarigen werd de stichting van de staat Israël afgedaan als „een catastrofe die geen precedent heeft in de geschiedenis van de mensheid.” Bovendien wordt het martelaarsschap verheerlijkt. „Het beeld dat geschapen wordt is, kortom, dat van een existentiële en verplichtende religieuze oorlog.”
Ook de nieuwste schoolboeken zijn volgens de hoogleraar „een catechese van virulente haat tegen het Joodse volk.” Hij onderstreept dat de boeken niet uit de koker van Hamas zijn ontstaan, maar door onderwijsdeskundigen van Fatah zijn opgesteld.
Jansen zegt te hopen op een krachtig statement van geestelijke leiders, zoals de Wereldraad van Kerken en het Vaticaan. „Ik hoop dat hun ogen eindelijk eens open zullen gaan. Het wordt ondertussen helaas steeds erger.”
Directeur antisemitismeonderzoek bij het CIDI, Elise Friedmann, merkt in Nederland een sterke toename van antisemitistische uitingen sinds het begin van de oorlog in de Gazastrook. Ze geeft verschillende voorbeelden, daarbij vooral puttend uit de e-mails die het CIDI dagelijks ontvangt. Opvallend daarbij is dat de Holocaust in het discours van de antisemieten een argument tegen Israël wordt.
Friedmann: „De Holocaust wordt gebruikt als rechtvaardiging van antisemitisch gedrag. Het antisemitisme zocht in de loop van de geschiedenis steeds een populaire drager. Dat was eerst de religie, later de wetenschap, en nu de mensenrechten. „Het nieuwste zusje van de Holocaustontkenning bestaat uit het gelijkstellen van het optreden van Israël in Gaza met het optreden van de nazi-Duitsland in de Tweede Wereldoorlog.”
Wat ertegen te doen valt? Friedmann zegt te betwijfelen dat Holocausteducatie veel zoden aan de dijk zet. „Laat overlevenden vertellen wat er echt is gebeurd. Dat helpt. Antisemitistische onderbuikgevoelens moet je ook met gevoel bestrijden.”
Dr. Manfred Gestenfeld uit Israël doet geen moeite het beeld rooskleuriger te maken. Hij legt evenals Jansen sterk de nadruk op het huidige gevaar van religieus geïnspireerd antisemitisme, maar maakt zijn publiek ook deelgenoot van notoir antisemitische cartoons in onder meer Noorse kranten. „Denk je dat heel Noorwegen dan op de achterste benen staat? Niemand reageert”, kenschetst hij de ernst van de situatie.
Gestenfeld probeert aan te tonen dat voetbalantisemitisme (Feyenoordsupporters die Ajacieden als Joden bestempelen met bijbehorende slogans als ”Hamas, Hamas, Joden aan het gas”) via het stadium van verspreiding in de openbare ruimte zich nu op individuele Joden begint te richten. En het kan nog erger worden, waarschuwt hij: „Wie vandaag gewelddadig tegen Joden protesteert, zal dit in de toekomst ook doen tegen andere groepen.”
Waar Gestenfeld grote woorden niet schuwt (leden van Een Ander Joods Geluid bestempelt hij als „zelfhatende Joden” en NRC is volgens hem gekaapt door het Palestijnse kamp, evenals de Volkskrant en Trouw, beide op één journalist na), zoekt Nederlands Dagbladjournalist Jan van Benthem aan het einde van de dag meer naar de nuance. Aan de hand van binnengekomen foto’s op de redactie maakt hij inzichtelijk hoe moeilijk het is een evenwichtig beeld te schetsen. Het beeld van de grote mediastations is ook niet altijd eenzijdig, betoogt hij. Volgens Van Benthem hebben BBC en Al-Jazeera met succes gezocht naar een uitgebalanceerde verslaggeving.
Over het algemeen signaleert hij echter dat er geen ruimte meer is voor het grote kader, waardoor een conflict inzichtelijk kan worden. „Wie leest er nog een groot verhaal met de achtergronden? En is daar op televisie ruimte voor?” Volgens de journalist komt antisemitisme in de Nederlandse media niet vaak voor, maar antizionisme, dat wil zeggen kritiek op de staat Israël, des te meer. De voornaamste reden daarvan is volgens hem onwetendheid.
Van Benthem roept Israël op het recht hoog te houden. „Ik bedoel daarmee het recht op vrijheid, leven en vaste grenzen, maar ook het nakomen van verdragen die Israël zelf heeft getekend.”