Internationaal Strafhof buigt zich over Gazaoorlog
Nu de Palestijnse Autoriteit het gezag van het Internationaal Strafhof in Den Haag (ICC) erkend heeft, stelt het hof een vooronderzoek in naar mogelijke oorlogsmisdaden tijdens het drie weken durende Israëlische offensief in Gaza.
De vraag of het ICC jurisdictie heeft in Gaza belooft echter een juridische kluwen te worden. Het ICC kan enkel actie ondernemen in landen die het Statuut van Rome getekend hebben, de tekst waarin het hof opgericht wordt. Israël heeft dat nog niet gedaan, maar de Palestijnse Autoriteit (PA) erkende het hof dinsdag in een brief.Die demarche van de PA levert meteen een aantal juridische vraagstukken op, want specialisten vragen zich af of de PA zelf wel gezien kan worden als een staat. De PA vindt van wel: ze is „de facto een staat” omdat Israël zich in 2005 uit de Gazastrook heeft teruggetrokken in. Precies dat juridische vraagstuk vormt een belangrijk onderdeel van het vooronderzoek dat het ICC wil uitvoeren.
Wordt de PA gezien als een staat, dan maakt het niet uit of Israël het hof erkent of niet. Het hof houdt immers enkel rekening met de erkenning door het land waar de mogelijke misdaden gepleegd zijn, niet met erkenning door de landen die er mogelijk bij betrokken zijn. Wordt de PA niet erkend als natie, dan wordt de Gazastrook gezien als Israëls territorium en is het ICC onbevoegd.
Volgens Sean Murphy, hoogleraar internationaal recht aan de George Washington University, kan het gebrek aan internationale consensus over de legale status van de PA ervoor zorgen dat het succes van de Palestijnse demarche afhangt van de conclusie van het vooronderzoek in Den Haag. „De vraag is of het hof het onderzoek aanvaardt”, zegt hij. „Zeker omdat het moet beslissen over het legale statuut van een staat waarover binnen de internationale gemeenschap veel onenigheid bestaat.”