Noors debat over wet tegen godslastering
Voorstellen van de Noorse regering om krenkende uitlatingen over godsdienstige en levensbeschouwelijke opvattingen strafbaar te stellen, zijn vrijwel direct na de indiening bij het parlement weer van tafel gehaald.
Een van de coalitiepartners, de progressief-liberale Senterparti, heeft zich na de storm van kritiek die is ontstaan alsnog bedacht en zijn steun ingetrokken. Daar hebben de twee overige partners in de regering-Stoltenberg, de sociaaldemocratische Arbeiderspartij en het socialistische Socialistisk Venstre, wel begrip voor.Het voorstel leek gezien de felle protesten sowieso weinig kans te hebben gemaakt. Zelfs de christendemocratische Kristelig Folkeparti zag er uiteindelijk weinig in. Fractievoorzitter Dagfinn Høybråten stelt tevreden te zijn met de bestaande paragraaf in de strafwet, die godslastering verbiedt, hoewel die paragraaf al ruim 75 jaar niet meer is toegepast. De voorstellen beoogden daarom een soort modernisering van die paragraaf. „Om godslasterlijke uitlatingen strafbaar te kunnen stellen, dient er sprake te zijn van uitlatingen met een sterk honend of op andere manier sterk krenkend karakter, zonder zakelijke inhoud en ver verwijderd van de algemeen aanvaarde normen bij het uiten van een mening”, zo heette het in de toelichting waarmee de minister van Justitie in december het voorstel had gelanceerd.
Volgens Høybråten lijdt het geen twijfel dat de poging tot actualisering van het verbod voortvloeit uit het gegroeide aantal moslims in de Noorse samenleving. „Daardoor en door de strijd om de Mohammed-karikaturen is de zaak actueel geworden. Christelijk Noorwegen is ook wel tegen blasfemie, maar wil daarentegen geen aanspraak maken op bescherming van de wet in dezen”, aldus de christendemocraat.
Høybråten en de andere critici menen dat er met de verbreding van het verbod op godslastering een groot risico op beknotting van de vrijheid van meningsuiting zou ontstaan. Senterparti-leider Liv Signe Navarsete –in de regering Verkeersminister– heeft tot dusver altijd ontkend dat dat de bedoeling zou zijn geweest en dat houdt ze nog steeds vol. „Onze opzet was om de vrijheid van meningsuiting te versterken en tegelijkertijd een dam op te werpen tegen de allersmadelijkste uitingen die zich richten tegen geloof en levensbeschouwing.” Ze geeft echter toe dat ze die visie niet heeft weten over te brengen. „We moeten constateren dat het debat onze visie en intenties in het geheel niet weerspiegelt.”
De reactie van de sociaaldemocratische premier Jens Stoltenberg over de schipbreuk van het voorstel kan nog het best als opgelucht worden getypeerd. De regerings- en partijleider had er de handen vol aan om de fractie in te tomen. Wat er zal worden ondernomen is echter onduidelijk. „Ik ben blij dat we nu verder kunnen gaan met het proces om de vrijheid van meninguiting in Noorwegen te versterken”, zo houdt de regeringsleider zich op de vlakte.