Circa 13.000 schaatsers gewond in vorstperiode
Ongeveer 13.000 schaatsers zijn tijdens de afgelopen vorstperiode van 29 december tot 12 januari behandeld op de afdeling Spoedeisende Hulp van een ziekenhuis. De piek lag in het weekeinde van 10 en 11 januari.
Dat liet de stichting Consument en Veiligheid donderdag weten.Schaatsers braken vooral polsen. Een op de tien slachtoffers liep hoofdletsel op. De directe medische kosten van de blessures en de verzuimkosten belopen samen 82 miljoen euro. In bijna 60 procent van alle behandelingen was de leeftijd van de gewonde schaatster 40 jaar of ouder. Een op de tien schaatsers was zelfs ouder dan 65 jaar.
In winters zonder natuurijs is slechts 33 procent van schaatsgewonden ouder dan 40 jaar en maar 3 procent 65 jaar en ouder. Schaatsen op natuurijs maakt vooral slachtoffers onder oudere, weinig geoefende schaatsers die het leuker vinden om op natuurijs te schaatsen dan op kunstijs.
Consument en Veiligheid raadt schaatsers aan polsbescherming en een helm te dragen om de kans op een blessure te verkleinen.
Niet iedere schaatser die een blessure opliep hoefde zich er voor te laten behandelen. Volgens onderzoeksinstituut TNO schaatste in januari vier op de vijf schaatsers met een blessure gewoon door. In totaal zou een kwart van de schaatsers die in januari op het ijs waren, geblesseerd zijn geraakt.
TNO deed in januari onderzoek naar blessures op het ijs. Het instituut riep direct na de vorstperiode schaatsers op om een vragenlijst in te vullen. Er deden 1454 schaatsers mee aan het onderzoek.
TNO inventariseerde ook de veiligheidsmaatregelen die schaatsers namen voor ze op het ijs stapten. Twee procent droeg een helm. Sommige ijsliefhebbers gebruikten bubbeltjesplastic, schuimplastic en incontinentieluiers om een eventuele val te breken. Eenderde van de schaatsers had een ijspriem bij zich om uit een wak te kunnen klimmen.