Minister van Binnenlandse Zaken Diosdado Cabello zei dat de regering het geweld niet steunt. Maar „de mensen in de straat verdedigen hun waarden en principes.”

De staking heeft de olie-industrie van Venezuela, de op vier na grootste ter wereld, volledig lamgelegd. „We gaan een nationale ramp tegemoet”, zei de directeur van het staatsoliebedrijf Petróleos de Venezuela maandag.

Chávez heeft gedreigd de noodtoestand uit te roepen en verklaarde zondag in zijn praatprogramma ”Aló presidente” dat de regering binnenkort geen geld meer heeft. De scholen kunnen straks niet open en ziekenhuizen zullen geen patiënten meer kunnen behandelen. De president heeft daarom militairen naar oliedistributiecentra gestuurd om ten minste het land zelf aan brandstof te helpen. Bij veel benzinestations staan soldaten.

De regering onderhandelt met de stakingsleiders in een poging de crisis op te lossen. Secretaris César Gaviria van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS), die in het conflict bemiddelt, zei maandag dat de regering ermee had ingestemd te praten over een tijdschema voor presidentsverkiezingen. De regering zelf heeft hier nog geen mededelingen over gedaan en het is onduidelijk of Chávez daadwerkelijk het uitschrijven van vervroegde verkiezingen overweegt.

De oppositie is van mening dat Chávez niet meer tot regeren in staat is en eiste in eerste instantie een referendum over zijn aanblijven. Toen afgelopen vrijdag bij de protestbetogingen drie doden vielen, hebben oppositieleiders hun eis omgezet. Zij willen nu dat Chávez ofwel een bindend referendum uitschrijft over zijn presidentschap, of aftreedt.