AchtergrondHet gisteren gepresenteerde rapport ”Next Level” van stichting Mijn Kind Online laat er geen enkel misverstand over bestaan: „Zonder begeleiding zal een kind altijd gewelddadige spelletjes vinden op een spelletjessite.”

Uit een onderzoek onder bijna 500 kinderen tussen de 8 en 12 jaar en uit groepsinterviews op twee basisscholen blijkt volgens Mijn Kind Online dat alle kinderen onlinespelletjes spelen. Daarbij gaat het om casual games: spellen die zo ‘simpel’ zijn dat ook 5- en 6-jarigen die kunnen spelen. Het gaat dus niet om beruchte games als Grand Theft Auto en World of Warcraft.

Jongens blijken vooral geïnteresseerd in racen, vechten en schieten, terwijl meisjes met name enthousiast zijn over aankleedspelletjes en kaart- en bordspelletjes.

Tussen jongens en meisjes is er weinig verschil in de mate waarin ze vervelende ervaringen rapporteren. Wel is er een stijging te zien bij oudere kinderen.

Een op de drie kinderen zegt dat er thuis geen afspraken zijn gemaakt over de sites die ze mogen bezoeken en hoelang ze kunnen spelen. Van de jongens geeft 35 procent toe dat ze spelletjes spelen waarvan ze denken dat hun ouders die te gewelddadig zouden vinden. „Jongens stellen zichzelf vaker bewust bloot aan enge ervaringen, en maken daardoor vaker enge dingen mee”, concluderen de onderzoekers.

Volgens directeur Wim Bekkens van het Nicam, de organisatie achter de Kijkwijzer, bevestigt het onderzoek dat er net als voor games en films een leeftijdsaanduiding voor onlinespelletjes moet komen. Die is ook in de maak. „Ik verwacht dat die binnen twee maanden rond is.” Hij hoopt dat exploitanten van spelletjessites de pictogrammen gaan plaatsen. „Nog mooier zou zijn als ze sites zodanig gaan inrichten dat het in één oogopslag duidelijk is voor welke leeftijdsgroep de spellen zijn bedoeld.”