Russen: Westen inconsequent over terrorisme
De Russische minister van Buitenlandse Zaken, Igor Ivanov, heeft vrijdag bij de lidstaten van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) geklaagd dat zij zich inconsequent opstellen in de internationale strijd tegen het terrorisme, omdat zij het niet eens zijn met de Russische aanpak van de opstand in Tsjetsjenië. De OVSE is bijeen in Portugal om te spreken over samenwerking in de strijd tegen het internationale terrorisme.
Rusland probeert zijn strijd tegen de rebellen in Tsjetsjenië af te schilderen als onderdeel van de wereldwijde strijd tegen het terrorisme. Het Kremlin vindt dat de rebellen met geweld bestreden moeten worden, net als het terreurnetwerk al-Qaida. De Russische regering heeft daarvoor met name van de Verenigde Staten wel enige steun gekregen, maar de westerse regeringsleiders zetten de Russische regering ook onder druk om een politieke oplossing te zoeken.
Ivanov verwelkomde het voornemen van de 55 lidstaten van de OVSE om de samenwerking in de strijd tegen het terrorisme te verbeteren, maar drong erop aan dat die afspraken ook consequent worden uitgevoerd. Hij beklaagde zich erover dat de Tsjetsjeense leider Achmed Zakajev, die door Rusland wordt gezocht wegens moord en gewapende opstand, donderdag Groot-Brittannië is binnengelaten. Zakajev werd gearresteerd, maar kwam vrijdag op borgtocht vrij.
„Stel dat een andere terrorist in Londen zou opduiken, bijvoorbeeld Bin Laden, en dat hij zou aankondigen dat er nieuwe terroristische aanslagen op stapel stonden op civiele doelen in de Verenigde Staten”, aldus Ivanov. „Hoe zou hij dan worden behandeld? Zou de politie met hem praten en hem vervolgens laten gaan?”
Rusland is ook kwaad over de weigering van Denemarken om Zakajev uit te leveren. Voordat Zakajev in Groot-Brittannië aankwam was hij in Denemarken om een conferentie over Tsjetsjenië bij te wonen. Hij zat meer dan een maand vast, maar werd uiteindelijk vrijgelaten omdat Denemarken het Russische bewijs tegen Zakajev te mager vond.
Ivanov protesteerde verder tegen eventuele bemiddeling door de OVSE in het Tsjetsjeense conflict en tegen de bezorgdheid van de organisatie over mensenrechtenschendingen door het Russische leger in Tsjetsjenië. De OVSE is er niet om dwang uit te oefenen of straf uit te delen, zei hij.
NAVO-woordvoerder Yves Brodeur zei vrijdag dat de kwestie Tsjetsjenië niet specifiek aan de orde zal komen in de bijeenkomst van de NAVO en Rusland over de bestrijding van terrorisme aanstaande maandag. Wel is er aandacht voor buitensporig gebruik van geweld en schending van de mensenrechten in de strijd tegen het terrorisme. Volgens Brodeur zullen meningsverschillen over deze onderwerpen de band tussen Rusland en de NAVO echter niet in gevaar brengen.