Somohardjo tekende op 22 november een intentieovereenkomst met de Nederlandse Woninggroep Suriname voor de bouw van een aantal woningen, maar verzweeg dat er gelijktijdig door de Nederlandse participant 25.000 gulden zou worden overgemaakt naar een stichting. Dit geld zou bestemd zijn voor de renovatie van aanleunwoningen bij een bejaardentehuis, maar daar heeft de oppositie twijfels over.

De Woninggroep Suriname, waar verschillende Nederlandse investeerders deel van uitmaken, en Somohardjo maakten afspraken over de bouw van woningen ter waarde van circa 1,25 miljoen gulden. De overeenkomst werd op 22 november met veel vlagvertoon door Somohardjo wereldkundig gemaakt. Wat hij echter niet vertelde was dat de Nederlanders daarnaast 25.000 gulden zouden schenken aan het bejaardenhuis Siembah in het district Commewijne.

Volgens parlementariër Djagendre Ramkhelawan, lid van de Millennium Combinatie waar ook de Nationale Democratische Partij (NDP) van Desi Bouterse toe behoort, heeft het er veel van weg dat de verzwegen deal was bedoeld was om de minister 25.000 gulden rijker te maken. Hoewel het geld overgemaakt schijnt te zijn, heeft het bejaardentehuis nog niets ontvangen. Ook vanuit de regeringscoalitie krijgt Somohardjo de wind van voren. Otmar Rodgers, fractievoorzitter van de Nationale Partij Suriname (NPS) van president Ronald Venetiaan, is van mening dat de minister, ook al zou het om een eerlijke schenking aan het bejaardenhuis gaan, zijn bevoegdheden heeft overschreden. „De minister mag geen geld namens de staat in ontvangst nemen, dat is alleen voorbehouden aan de minister van Financiën.”

Somohardjo zegt niet te hebben geweten dat er met de overeenkomst iets niet in de haak was en schuift de schuld in de schoenen van zijn ambtenaren. „Er is sprake van een administratieve fout. Ik moet af kunnen gaan op wat mijn staf opstelt”, zo zegt hij in een reactie op de vraag of hij de door hem getekende overeenkomst niet heeft gelezen.

President Venetiaan is niet bepaald gelukkig met de handelwijze van zijn bewindsman. „Als blijkt dat er naast de intentieovereenkomst afspraken zijn gemaakt die er buiten vallen, dan is de overeenkomst ongeldig”, zo waarschuwde hij. Somohardjo heeft al het nodige aan zijn hoofd omdat hij ondanks alle toezeggingen en fraaie plannen sinds zijn aantreden ruim een jaar geleden geen enkel woningbouwproject van de grond gekregen heeft, terwijl de woningnood zeer nijpend is. Bovendien werd vorige maand bekend dat hij heeft verzwegen dat hij in 1995 in Nederland failliet is verklaard en ook in eigen land ernstige financiële privé-problemen zou hebben.