CDA-europarlementariër Oostlander, tevens oud-directeur van het wetenschappelijk bureau, is bang dat godsdienst en in het bijzonder de islam in de beklaagdenbank terechtkomen. „Het is toch gek dat je al tot huiszoeking overgaat, zonder gerede verdenking”, zo klaagt de politicus donderdagmorgen in Trouw.

Verhagen wil dat nieuwe scholen voldoen aan nieuwe erkenningsvoorwaarden. Uit het schoolplan moet blijken dat scholen de kernwaarden van de Nederlandse samenleving doorgeven aan hun leerlingen en dat ze de integratie van de kinderen in de Nederlandse samenleving bevorderen. De onderwijsinspectie moet bij de start van de scholen en in de periode daarna controleren of de scholen zich daaraan houden. Daarbij hoort ook beoordeling van godsdienstlessen. De fractie weet nog niet of de controles ook voor bestaande scholen moeten gelden.

Oostlander vraagt zich af wat het CDA precies bedoelt met de kernwaarden van de Nederlandse rechtstaat.

De Rotterdamse hoogleraar sociologie en sociaal beleid J. M. G. Leune, oud-voorzitter van de Onderwijsraad, wijst erop dat de inspectie op dit punt geen bevoegdheden heeft en ook niet kan krijgen. „De normatieve en de ethische dimensie zijn vrij. De overheid heeft geen opvatting over de juistheid van de evolutie- en de scheppingsleer. Net zo min als de overheid een opvatting heeft over wat de juiste positie van de vrouw in het gezin is”, aldus Leune.

Ook de toets of scholen al dan niet aanzetten tot haat, wil Leune niet in handen van de inspectie leggen: „Ik weet niet wat daarover in de koran staat. Ook in de Bijbel staan heel wat moord- en slachtpartijen. Je begeeft je op een hellend vlak als je als overheid daarover een oordeel gaat vellen. Er is vrijheid van godsdienst en er is vrijheid van onderwijs, zolang je binnen de rechtsorde blijft.

Als een school haat propageert, dan blijkt dat heus wel uit het gedrag van de kinderen, binnen en buiten de school. In dat geval is het openbaar ministerie aan zet. Daar heb je geen U-bocht van de inspectie van godsdienstlessen voor nodig.”