VN-resolutie lijkt gunstig voor Israël
JERUZALEM – Resolutie 1860 van de VN-Veiligheidsraad lijkt op het eerste gezicht gunstig te zijn voor Israël. De bedoeling van de militaire operatie is de mensen in het zuidwesten van Israël te laten leven zonder raketdreiging. De resolutie lijkt een normaal leven te bieden aan de mensen in Sderot en andere plaatsen rond de Gazastrook.
Het doel van de operatie was, in de woorden van minister Ehud Barak (Defensie) „te verzekeren dat er geen vuur of andere (vijandelijke) activiteit uit de Gazastrook komt.” Premier Ehud Olmert sprak van „een verbetering van de veiligheidssituatie in het zuidelijk deel van het land.”Het doel is dus niet het Hamasregime omver te werpen, hoewel een aantal ministers in het kabinet daar wel voor voelde. Israël had Hamas alleen kunnen verslaan als het bereid is een zeer hoge prijs te betalen aan mensenlevens. En verder: een herbezetting van de Gazastrook wil Israël niet.
De resolutie die de Veiligheidsraad gisteravond aannam, waarbij Israëls belangrijkste bondgenoot Amerika zich van stemming onthield, lijkt op het eerste gezicht aan de eisen van Israël tegemoet te komen, omdat het spreekt over een „onmiddellijk, duurzaam en volledig gerespecteerd staakt-het-vuren.”
De resolutie noemt ”Hamas” niet bij die naam. Israël was tegen een resolutie die de Joodse staat op dezelfde voet plaatst als Hamas, omdat Hamas geen nationale staat is, maar, aldus een Israëlische zegsvrouw bij de VN, „een terroristische organisatie.” De Israëlische minister Tzipi Livni gaf de afgelopen dagen te kennen dat ze voor een eenzijdig door Israël uitgeroepen staakt-het-vuren was en zich niet zou laten binden door een akkoord. Dat zou Israël de vrijheid moeten geven te reageren als Hamas het bestand schendt. Barak wil dat er een mechanisme komt dat een eind maakt aan de smokkel van Iraanse wapens naar Hamas via Egypte.
Oud-ambassadeur Oded Eran, directeur van het Instituut voor Nationale Veiligheidsstudies in Tel Aviv, zei deze week tijdens een ontmoeting met de pers dat de lessen van 2006 „heel serieus” moeten worden genomen. Resolutie 1701 van de Veiligheidsraad van de VN bepaalde toen na een oorlog tussen Israël en Hezbollah in Libanon dat Hezbollah zich zou moeten ontwapenen. In de praktijk kwam daar niets van terecht, integendeel: Hezbollah bezit nu meer wapens dan voor de oorlog. De Libanese regering en de VN vredesmacht Unifil zijn dat niet tegengegaan. Volgens Eran moet de VN-resolutie niet alleen stellen dat Hamas geen wapens meer mag invoeren, maar ook dat er een mechanisme moet komen dat uitvoering van deze bepaling mogelijk maakt. Tot nu toe heeft Egypte wegens onmacht of onwil verzuimd de wapensmokkel tegen te gaan. Waar diplomaten onder meer aan denken is de stationering van een internationale troepenmacht die –in samenwerking met Egypte– toezicht houdt op de grens.
Israëlische commentatoren hebben de afgelopen dagen ook gezegd dat de vrijlating van de in 2006 ontvoerde Israëlische soldaat Gilad Shalit deel moet uitmaken van een regeling. Israël kan in ruil daarvoor strijders van Hamas die tijdens de operatie zijn gevangenengenomen of andere Palestijnse gevangenen vrijlaten.
Van een staakt-het-vuren is momenteel nog geen sprake en het is nog onduidelijk wanneer het daadwerkelijk zal ingaan. Een goed bestand kan een lange tijd van rust betekenen voor de Israëliërs in het zuidwesten van Israël, en voor de Palestijnse burgers in Gaza. Als het staakt-het-vuren niet gevolgd wordt door andere maatregelen die rust garanderen, zal de rust slechts van korte duur zijn en het Hamas de mogelijkheid bieden zich voor te bereiden op een nieuwe confrontatie met zijn vijand.