Rode Kruis: Israël dwarsboomt hulp
DEN HAAG/CAIRO (ANP) – Het Rode Kruis eist toegang tot gewonden in de Gazastrook en stelt dat Israël dat in strijd met het internationaal recht belemmert. De hulporganisatie is meestal behoedzaam in zijn formuleringen, maar de toestand in de Gazastrook is zo schrijnend dat de organisatie meent zich duidelijk te moeten uitspreken.
De directeur van het Nederlandse Rode Kruis, Cees Breederveld, zei donderdag in Den Haag dat „het Rode Kruis altijd partij voor de slachtoffers kiest en als het geen toegang krijgt tot de slachtoffers van een conflict dan melden we dat". Breederveld liet er geen twijfel over bestaan dat het de Israëli’s zijn die de hulp hinderen.Hij opende een gironummer (6868) voor de talrijke slachtoffers van deze strijd, onder wie ook een groeiend aantal ontheemden.
Breederveld gaf een dramatisch voorbeeld waarbij leden van de zusterorganisatie, de Palestijnse Rode Halve Maan (PRCS), woensdag vier gewonde en volkomen verzwakte kleine kinderen aantroffen bij de lijken van hun dode moeders in de wijk Zeitoun in Gaza-Stad.
De PRCS vroeg 3 januari al aan het Israëlische leger in de bestookte wijk gewonden te mogen verzorgen. Ze kreeg pas woensdag toestemming van de Israëli’s er naartoe te gaan. Kort nadat de hulpverleners waren aangekomen, sommeerden Israëlische militairen dat ze weer wegmoesten, maar dat weigerden ze.
De militairen in stellingen niet ver van de plek, moesten al die tijd van de aanwezigheid en het lot van de gewonden hebben geweten, meende Breederveld. Ze verleenden zelf geen hulp en hinderden anderen te hulp te bieden. De hulpverleners vonden naast de kinderen nog zestien overlevenden en tientallen lijken in verscheidene panden.
PRCS-voorzitter Younis al-Khatib, zei donderdag in Cairo dat de Israëli’s onder meer de toegang tot getroffen plaatsen weigeren en ook op hulpverleners en ambulances schieten. Hij beklemtoonde dat met de woensdag ingestelde humanitaire gevechtspauzes de hulpverlening ook wordt belemmerd. De PRCS vroeg toestemming tijdens de pauze 45 plaatsen te bezoeken waar slachtoffers om hulp hadden gevraagd, maar de PRCS mocht maar naar drie plaatsen toe.