Ds. Hendrikse schrijft brief aan scriba PKN
Ds. K. Hendrikse, auteur van het boek ”Geloven in een God die niet bestaat”, heeft de leiding van de Protestantse Kerk in Nederland maandagmorgen in een open brief opgeroepen de vragen naar het bestaan van God op de kerkelijke agenda te zetten.
Ds. Hendrikse schreef zijn open brief naar aanleiding van een artikel van de scriba van de Protestantse Kerk, dr. A. J. Plaisier, in Kerkinformatie, het officiële magazine van de PKN. Daarin schrijft dr. Plaisier ook over de vragen die er zijn over het bestaan van God.Ds. Hendrikse stelt in zijn brief dat hij „met verbazing en interesse” het artikel van dr. Plaisier gelezen heeft. „Verbazing, omdat je ingaat op mijn boek ”Geloven in een God die niet bestaat”, terwijl nog niet duidelijk is wat de kerkordelijke consequenties ervan zijn.”
Ruimte
De predikant uit Zierikzee vraagt zich af waarom de leiding van de Protestantse Kerk nu wel kan praten over zijn boek, terwijl de vorige scriba van de PKN, dr. B. Plaisier, zei dat hij dat in verband met de kerkorde niet kon. „Is er iets veranderd? Komt er ruimte voor gesprek? Dan reageer ik graag op de inhoud van je artikel”, aldus ds. Hendrikse in zijn brief.
Hij schrijft het eens te zijn met de analyse van de scriba van de Protestantse Kerk van de situatie waarin de PKN zich bevindt. Met het antwoord dat dr. Plaisier geeft op de vraag of en hoe Gods bestaan uitgelegd moet worden, heeft ds. Hendrikse moeite. „Jij kunt kennelijk niet over God spreken zonder Jezus en de Heilige Geest ter sprake te brengen. Dat is, als Arjan Plaisier, je goed christelijk recht. Uiteraard. Maar dit artikel in ”Kerkinformatie” schreef je als scriba van de PKN. In die hoedanigheid zou je je kunnen afvragen of het niet juist dat Vader-Zoon-Geest-dogma uit hun jeugd is, waar velen moeite mee hebben, en of je hen recht doet door hun twijfels af te dichten met jouw persoonlijke drie-enige belijdenis. Laat je daarmee juist die velen niet pastoraal in de kou staan?”
Ds. Hendrikse verwijst in dit verband naar een onderzoek van de IKON waaruit zou blijken dat een op de zes voorgangers niet gelooft in het bestaan van God of daaraan twijfelt.
Belijdenisen
Hoewel dr. Plaisier in het artikel in Kerkinformatie schrijft dat de PKN een pluriforme kerk wil zijn, twijfelt ds. Hendrikse daar sterk aan. „Als ik jou lees, lijkt er in de PKN alleen plaats te zijn voor degenen die instemmen met bestaande belijdenissen, en die daar verder geen lastige vragen bij stellen of blijk geven van twijfel. Je sprak (in ”VolZin” van 13 juni 2008) al eerder uit „dat je van twijfel in de kerk geen thema moet maken.” Bedoel je daarmee dat twijfelaars hun heil maar elders moeten zoeken?”
Ds. Hendrikse verbaast zich over het feit dat hem de afgelopen jaren „in vele toonaarden” te verstaan is gegeven dat de vraag naar Gods bestaan niet wezenlijk, of zelfs een gepasseerd station zou zijn. „Bij lezingen in het land hoorde ik andere geluiden: voor velen die oprecht proberen te geloven is die vraag juist essentieel: wat valt er (nog) te geloven als het bestaan van God wordt betwijfeld? Voor sommigen is mijn boek een steun in de rug, voor anderen is het een brug te ver. Maar zij kunnen en willen niet terug naar ”de God van hun jeugd”. Waar kunnen ze terecht?”
Synodeagenda
Ds. Hendrikse besluit zijn brief met een oproep om de vragen waar mensen mee worstelen op de agenda van de synode te zetten, „de vraag naar het bestaan van God inbegrepen. Je zult er veel voorgangers en gelovigen een dienst mee bewijzen.”