Lobbyorganisaties houden strenge regels voor olietankers tegen
Na de ramp met de olietanker ”Prestige” voor de kust van Spanje vraagt iedereen zich af waarom enkelwandige ’roestbakken’ nog niet uit de vaart zijn genomen. Het antwoord is simpel: Industriële groepen beschikken over een geolied lobbyapparaat dat bij de International Maritime Organisation (IMO) een stevige vinger in de pap heeft.
De IMO kampt duidelijk met de vraag waarom de 26 jaar oude Prestige onder Liberiaanse vlag de wereldzeeën onveilig mocht maken. De huidige regels voorzien echter dat enkelwandige tankers pas tegen 2015 uit de vaart hoeven te worden genomen. Het gaat daarbij om ruim de helft van de 1800 tankers die momenteel in dienst zijn.
IMO-woordvoerder Lee Anderson sluit niet uit dat de maatregelen worden verscherpt, maar heeft nog geen verzoeken in die richting ontvangen. Spanje dringt binnen de Europese Unie aan op een vroegere deadline, maar de Commissie heeft al laten weten dat ze daar niet veel voor voelt.
Het verbod op enkelwandige tankers tegen 2015 kwam er na de ramp met de tanker ”Erika” voor de Atlantische kust van Frankrijk. De IMO-regels werden zo in overeenstemming gebracht met de regeling in de Verenigde Staten, waar de juridische broekriem voor tankers werd aangetrokken na de ramp met de ”Exxon Valdez” voor de kust van Alaska in 1989.
Enkele invloedrijke lobbyorganisaties proberen echter ook nu nog de deadline te verschuiven. Op een IMO-vergadering vorig jaar in Brussel stelden de Baltic and International Maritime Council (Bimco), de International Association of Independent Tanker Owners (Intertanko) en de International Chamber of Shipping (ICS) voor de enkelwandige tankers nog tot 2017 te laten varen en het verbod op tankers ouder dan 25 jaar op te heffen. Vorige week zei de directeur van Intertanko, Svein Ringbaken, dat de ramp met de Prestige niet mocht leiden tot een vervroeging van de deadline.
David Cockroft van de International Transport Workers’ Federation vindt de houding van de industrie onverantwoord. „Het huidige systeem beloont nog altijd diegenen die hun schepen zo lang mogelijk in dienst houden en zich verschuilen achter achterhaalde veiligheidsvoorschriften. Er bestaat een cultuur van geheimhouding en onverantwoordelijkheid. Nu maakt iedereen zich druk over de Prestige, maar wanneer volgende week een roestbak met man en muis vergaat zonder dat het schip met olie geladen is, zal er geen haan naar kraaien.”
De beste manier om het aantal olierampen te beperken is een vermindering van het olieverbruik, zo stellen milieuorganisaties. Een reductie met 10 procent zou meteen duizenden olietransporten overbodig maken. „De prijs van olie en diesel weerspiegelt niet de kosten voor het milieu”, zei Klaus Töpfer, hoofd van het VN-milieuprogramma UNDP, vorige week. „Gezien de recente gebeurtenissen moet de timing voor een verbod op enkelwandige tankers worden herzien.”