„Katrina deed Bush de das om”
De orkaan Katrina in 2005 was een keerpunt in het presidentschap van George Bush. Vanaf dat moment was hij zijn contact met het Amerikaanse publiek kwijt.
Dat zeggen voormalige adviseurs van de vertrekkende Amerikaanse president in interviews met het blad Vanity Fair. De editie waarin betrokkenen een beeld schetsen van de periode-Bush komt morgen uit.Het ging mis met Katrina, zegt Matthew Dowd, die Bush bij diens herverkiezingscampagne in 2004 als belangrijkste strateeg bijstond. De povere reactie van Bush op de desastreuze overstromingen die de orkaan veroorzaakte, maakte een eind aan de band die hij tot dan toe met het publiek had. Toen die eenmaal was verbroken, kon Bush de Amerikanen niet meer bereiken, „niet via een State of the Union, niet door initiatiefwetten, public relations of buitenlandse reizen.”
Dan Bartlett, aanvankelijk directeur communicatie, later raadgever van Bush, denkt er ook zo over.
Lawrence Wilkerson, topadviseur en later stafchef van minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell, benadrukt de onervarenheid van Bush toen die als president begon. Hij vergelijkt hem in dat opzicht met Sarah Palin, de gouverneur van Alaska die eerder dit jaar onverwacht tot Republikeins kandidaat voor het vicepresidentschap werd benoemd en nauwelijks iets van buitenlandse politiek afwist.
Toen hij begon werd deze „Sarah Palin-achtige” president omringd door ervaren adviseurs als vicepresident Dick Cheney en Powell, zegt Wilkerson. De sluwe Cheney „werd al vicepresident lang voordat George Bush hem koos”, door de zaken zo te draaien dat Bush niet om hem heen kon. „Hij wist dat hij de vacuüms zou kunnen vullen die er rond deze onervaren president bestonden.”