„Dood eiders waarschijnlijk door parasiet”
De eidereenden die de vorige winter in en rond de Waddenzee massaal doodgingen, zijn bezweken aan ziekte en honger, waarschijnlijk als gevolg van een parasiet. Dat blijkt uit een onderzoek dat het ministerie van Landbouw heeft gedaan naar de sterfte van eiders de afgelopen winters.
Felle discussie over de oorzaak van de sterfte maakte het onderzoek noodzakelijk. Natuurbeschermers wezen met een beschuldigende vinger richting de schelpdiervisserij. Die zou alle mosselen en kokkels voor de ogen van de eiders wegkapen. Volgens de vissers was een parasiet de oorzaak.
Staatssecretaris Odink kwam gisteren in de Tweede Kamer tot de conclusie dat de eenden in elk geval uitgehongerd waren, maar dat dit het gevolg kan zijn van een parasiet. Die zou de dieren dan hebben verzwakt, waardoor zij in het nadeel waren bij het zoeken naar het toch al schaarse voedsel.
Aan de mosselen zal het niet liggen de komende winter. Volgens Odink doen die het weer goed, ondanks dat een deel van het mosselzaad bij de storm van eind oktober verloren ging.
Natuurmonumenten schat de totale populatie eidereenden in het Waddengebied momenteel op zo’n 150.000. In 1999 werden circa 20.000 dode eidereenden aangetroffen, vorige winter gingen tussen de 10.000 en de 15.000 dieren dood. Natuurmonumenten had hierdoor het sterke vermoeden dat het voedselgebrek als gevolg van aantasting van het ecosysteem door de kokkelvisserij hieraan ten grondslag lag. Vermoedelijk is dus echter een parasiet de oorzaak en niet de visserij.