Zwarte gat van Europa loopt leeg
Niemand heeft grip op Trans-Dnjestrië, een afvallige regio van Moldavië. Voor criminelen is het goed toeven in de niet-erkende republiek, maar de bevolking wil er het liefst zo snel mogelijk weg. Een reportage vanuit het zwarte gat van Europa.
”In eenheid ligt onze kracht!” Het staat met cyrillische letters onder een billboard in het centrum van Tiraspol, de hoofdstad van Trans-Dnjestrië. Op de levensgrote foto staan de lachende leiders van Zuid-Ossetië, Abchazië en Trans-Dnjestrië afgebeeld; de drie zelfverklaarde republieken hebben onlangs een alliantie gesloten. Eindelijk een paar vriendjes - dat wil men hier weten ook.Het billboard is een van de vele opvallende objecten langs de brede ”25 Oktober Boulevard” in Tiraspol. Voor het massieve, betonnen regeringsgebouw staat een reusachtig standbeeld van Vladimir Lenin. Wie zich voor even in de oude Sovjet-Unie wil wanen, kan in dit openluchtmuseum zijn hart ophalen.
Dat Trans-Dnjestrië banden heeft met Zuid-Ossetië en Abchazië is overigens niet toevallig: de staatjes zitten min of meer in hetzelfde schuitje. De laatste twee hebben zich afgescheiden van Georgië, terwijl Trans-Dnjestrië zich na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 losmaakte van het nieuw ontstane Moldavië. Verschil tussen de drie is dat Zuid-Ossetië en Abchazië sinds het recente geweld op de Kaukasus worden erkend door Rusland en Nicaragua, terwijl Trans-Dnjestrië nog altijd als een internationale paria kan worden getypeerd.
Daar lijkt de republiek vooral wel bij te varen. Het smalle staatje met ruim 500.000 inwoners wordt gezien als een vrijhaven voor criminaliteit, van alcoholsmokkel tot wapenhandel en het witwassen van crimineel geld. Internationale organisaties zien het bovendien als een van de voornaamste bronnen voor vrouwenhandel.
Eubam, een EU-douanemissie die de buurlanden Moldavië en Oekraïne helpt de grenzen beter te bewaken, stelt dat er op grote schaal voedsel, sigaretten en alcohol worden gesmokkeld via het staatje. Volgens de EU werd er tussen oktober 2005 en maart 2006 bijna 40.000 ton kippenvlees geïmporteerd, wat neerkomt op 67 kilo per persoon. Het vlees wordt tegen hoge winsten doorverhandeld naar Moldavië en Oekraïne. Of, en in hoeverre, Trans-Dnjestrië betrokken is bij de productie van of handel in wapens, kan Eubam niet zeggen.
De opstandige republiek is vooral een zwart gat, waarvan niemand precies weet wat er zich allemaal afspeelt. Een van de weinige zichtbare zekerheden is de machtspositie (lees: monopolie) van het bedrijf Sheriff. De supermarkt, het tankstation, de voetbalclub, het mobieletelefoonnetwerk, het commerciële televisiekanaal - bij allemaal prijkt het logo van Sheriff op de gevel, genoemd naar de twee voormalige veiligheidsagenten die het ooit begonnen. Of het imperium ook vuile handen heeft, is voer voor speculaties.
Over het bitter slechte imago en de internationale status van hun landje lijken de inwoners van Trans-Dnjestrië zich niet erg druk te maken. Het zijn vooral economische problemen die hen bezighouden. „Onze salarissen zijn laag”, zegt een vrouwelijke schoolarts van in de dertig. „Het is niet altijd gemakkelijk om rond te komen met ons gezin.” Over de politieke situatie is de vrouw kort van stof. „Het is moeilijker om in een niet-erkend land te wonen”, wil ze wel kwijt. „Maar het is verder een zaak van politici.” Over president Igor Smirnov heeft ze „geen mening.”
Op straat in Tiraspol is het vrijwel onmogelijk mensen te vinden die vrijuit willen praten over de politieke situatie. Vertaalster Anushka neemt me mee naar het dorpje Blizhny Hutor, niet ver van Tiraspol. Daar woont houtsnijder Valentin Medviedev (60) met zijn vrouw Ludmilla (57). Ze verdienen de kost vooral met het verkopen van cosmeticaproducten voor een Amerikaans bedrijf. Verder trekt Valentin regelmatig naar de stad om zijn houtsnijwerk aan de man te brengen. Zijn ambachtelijke producten bestaan voornamelijk uit taferelen van het Moldavische platteland, zoals de druivenpluk en de schapenhouderij. Iets echt Trans-Dnjestrisch bestaat volgens Medviedev niet. „De mensen hier zijn Moldaviërs, Oekraïners en Russen en ze hebben allemaal hun eigen symbolen.” Zelf is hij een Rus met een Moldavisch paspoort; veel andere Trans-Dnjestriërs hebben een tweede paspoort van Rusland of Oekraïne.
Vragen over de politiek in zijn land ontwijkt ook de houtsnijder. „Laat de leiders over hun landen twisten”, zegt hij. „Ik doe daar niet aan mee.” Maar zodra het over Igor Smirnov gaat, de autoritaire leider van Trans-Dnjestrië, mengen zijn vrouw Ludmilla en zoon Andrei zich in het gesprek. „Smirnov is onze Lenin!” zegt Ludmilla verbolgen. Haar zoon, journalist bij een lokale omroep, valt haar bij. „Hij is een sterke leider, maar hij vertegenwoordigt zijn volk niet.”
Volgens de Medviedevs worden de meeste Trans-Dnjestriërs dom gehouden, gemanipuleerd en gepaaid door de machthebbers. „Er is geen echte oppositie hier”, zegt Andrei. „Alleen op papier, om de schijn op te houden voor de buitenwacht. We hebben een klein landje, met drukbemenste ministeries en een groot leger. Voor iedereen die dicht bij de macht zit, is dit een goed land. Voor de rest niet.”
Daar kan Grigory Volovoy (54) over meepraten. Hij is hoofdredacteur van de oppositiekrant Novaia Gazeta en nam het samen met een collega-journalist bij de presidentsverkiezingen van 2006 op tegen Smirnov. In beide gedaantes kreeg hij te maken met de genadeloze methodes van de machthebbers. „Tussen 1999 en 2003, toen de populariteit van onze oppositiekrant een hoogtepunt bereikte, is het zes keer gebeurd dat de geheime dienst een editie van ons simpelweg weghaalde.” Maar Volovoy liet zich niet monddood maken, daagde het ministerie van Justitie voor de rechter en won de zaak verrassend genoeg.
Sindsdien kan de krant redelijk vrijuit werken. „De machthebbers zijn zelfs een beetje bang voor ons”, aldus Volovoy. Evenals in de politiek is volgens hem ook in de media nauwelijks oppositie. „De meeste kranten zijn eigendom van Smirnov. Er zijn maar twee onafhankelijke kranten, waarvan wij de grootste zijn. Als we hier stagiaires krijgen, laten we hun eerst onze historie lezen en drukken we hen op het hart dat ze bij ons echt alles mogen schrijven. Voor sommigen is dat een openbaring.”
Aan de presidentsverkiezingen van 2006 nam Volovoy deel als rechterhand van Andrey Safonov, de grondlegger van de Novoia Gazeta. De kiescommissie van Trans-Dnjestrië weigerde de inschrijving van de twee echter. Bij de rechter haalden Safonov en Volovoy opnieuw hun gelijk, maar dat was drie dagen voor de verkiezingen. Voor een campagne was het te laat. Uiteindelijk won zittend president Smirnov met 82 procent van de stemmen, maar dat resultaat is volgens Volovoy gemanipuleerd.
Over de toekomst van Trans-Dnjestrië is de hoofdredacteur niet al te optimistisch. De voornaamste reden daarvoor is volgens hem dat iedereen met een toekomst het landje verlaat. „Ik denk dat in het afgelopen decennium ongeveer 200.000 mensen naar het buitenland zijn vertrokken (bijna een derde van de bevolking, PvK). Onlangs was er een peiling onder studenten: 92 procent zei na hun studie onmiddellijk weg te willen. En juist de mensen die vertrekken, zijn vaak degenen die verandering willen. Maar ze geloven niet dat die ook komt.”
Ontstaan
Na het uiteenvallen van de Sovjet Unie in 1991 ontstond in Moldavië spanning tussen de Roemeenstalige Moldaviërs, die het liefst hereniging met Roemenië zagen, en de Russen en Oekraïners. Na een korte burgeroorlog in 1992, die aan honderden mensen het leven kostte, riepen de Russischtaligen ten oosten van de rivier de Dnjestr een eigen republiek uit, doorgaans aangeduid als Trans Dnjestrië of Transnistrië. Deze staat wordt internationaal echter niet erkend. In 2003 werd voor het laatst onderhandeld tussen de betrokken landen plus de VS en Rusland, onder auspiciën van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE). Een plan voor een oplossing in de vorm van een confederatie werd op het laatste moment door Moldavië verworpen. Het afgelopenjaar zijn de uiterst slechte verhoudingen tussen Chisinau en Tiraspol iets ontdooid. Niettemin ontaardde het maken van een nieuwe afspraak tussen de leiders in gekibbel over de plaats van een ontmoeting.
Stuk rustiger
De situatie in Trans Dnjestrië is in veel opzichten vergelijkbaar met die in Zuid Ossetië. Een overeenkomstig gewelddadig scenario valt in Moldavië echter niet te verwachten, zegt dr. Marc Jansen, docent Russische geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. „Moldavië gedraagt zich een stuk rustiger dan Georgië.”
In hoeverre is Trans Dnjestrië afhankelijk van Rusland?
„Het kan natuurlijk alleen als onafhankelijke staat voortbestaan dankzij de steun van Rusland. De Russen hebben er ook nog 1200 man aan vredestroepen. Maar net als in andere zogenaamde bevroren conflicten speelt Rusland ook hier een dubieuze rol: het respecteert enerzijds Moldavië en Georgië als soevereine landen, maar tegelijk steunt het staatjes als deze.”
De Russen hebben de onafhankelijkheid van Zuid Ossetië en Abchazië erkend. Waarom niet die van Trans Dnjestrië?
„Bij die onafhankelijkheid moet je aanhalingstekens plaatsen; deze republieken zijn feitelijk ingelijfd door Rusland. In het geval van Trans Dnjestrië is daarvoor geen aanleiding geweest. Bovendien grenst het niet direct aan Rusland, dus komt een handhaving van de status quo goed uit.”
Heeft dit conflict niet alles in zich om nog heel lang onopgelost te blijven?
„Die kans is zeker aanwezig. Verschillende partijen hebben er belang bij om het zo te laten voortbestaan. Trans Dnjestrië profiteert zolang het een smokkelstaat kan blijven, en hoewel Moldavië en Oekraïne daar last van hebben, profiteren ze er ook van. President Smirnov zal ook voorzichtig zijn met oplossingen, want het is waarschijnlijk dat als de zelfstandigheid wordt opgeheven, hij zijn presidentschap kwijtraakt.”